21 januari 2009
Bezoek tentoonstelling Jan Wolkers in de Leidse Lakenhal
Vanmiddag zijn Janny, Betty en ik naar de tentoonstelling van Jan Wolkers in de Leidse Lakenhal geweest. Het was een heel erg leuk uitstapje, vanmiddag tussen half twee en vier uur. Er waren citaten uit het literaire werk van Wolkers (1925-2007) te zien en uiteraard ook veel van zijn tekeningen, schilderijen en beelden. Wolkers genoot er vroeger van de Leidse musea en dan met name de Lakenhal te bezoeken. In het voetspoor van Wolkers bezichtigden we vandaag dan zijn tentoonstelling waarvoor de gastconservator Onno Blom verantwoordelijk is. Onno Blom is ook de biograaf van Wolkers. Naast het werk van Wolkers hebben we ook de afdeling Leidse geschiedenis bekeken, met onder meer een animatie van de ramp met het kruitschip uit 1807. Ook was het leuk nog wat 'Bavelaartjes' gezien te hebben, kijkkastjes met voorstellingen uit hout en been gesneden. Aan het slot van de middag, die ik zeer geslaagd noem, dronken we nog een kop koffie. Heel veel dank, Janny en Betty voor het leuke uitstapje!
18 januari 2009
Het ontstaan van Leiden (vervolg)
De handelsweg naar Kennemerland (kuststrook van Haarlem tot Alkmaar) liep langs de wetering en er was dan ook een brug nodig voor dit verkeer. Deze brug was niet alleen voor de graaf, die er tol hief, van belang, ook de Rijnlandse dorpen hadden er belang bij. Het is daarom mogelijk dat deze brug ook zijn steentje heeft bijgedragen tot de stadswording van Leiden. Om nog even op de Leidse Burcht terug te komen: aanvankelijk was de burcht niets anders dan een door palissaden omgeven hoogte, die pas later door een brede stenen muur werd omgeven. Voorts dienen we op te merken dat de burcht aanvankelijk buiten het grondgebied van de stad lag. Conclusie: Door zijn gunstige ligging aan waterwegen, de aanwezigheid van een burcht in de omgeving en zijn handelsfunctie (Kennemerland!) kon Leiden uitgroeien tot stad.
Vroege Leyenaars
Op basis van het vroege bestaan van zgn. mansi (Latijn voor 'hoeven') kunnen we concluderen dat de 'autochtone bevolking' uit boeren bestond. Het overplaatsen van het grafelijk hof naar Leiden betekende de komst van de adel. In ruimer opzicht kunnen we spreken van patriciers. De stand van onvrije dienstmannen kunnen we in een adem met de adelstand noemen, aangezien deze twee groepen niet los te zien zijn van elkaar. De komst van handwerks- en ambachtslieden naar Leiden kunnen we niet los zien van de ontwikkelingen in het gehele graafschap Holland.
10 januari 2009
Het ontstaan van Leiden (vervolg)
De vermelding van Leiden op de inventarislijsten van de Utrechtse St. Maarten weegt voor ons zwaar. Het wijst op boerenbewoning (reeds in 777).
Conclusie: Leiden is ontstaan als een boerendorp op een economisch gunstige plaats; al in 777 wordt melding gemaakt van boerenbewoning.
Het is waarschijnlijk dat omstreeks 1000 Leiden een behoorlijk dorp moet zijn geweest en het is dan ook niet verwonderlijk dat we in een geschrift uit 1083 lezen over 'Villa Leithen'. (villa betekent dorp). Leiden heeft zijn wording tot stad evenwel aan de burcht te danken. En daarom moeten we ook de oorsprong van dit bouwwerk opnemen, willen we meer inzicht krijgen in de geschiedenis van Leiden. Geografisch bekeken is de burcht op zo'n uitstekend gebied gebouwd dat het duidelijk is dat het uit oogpunt van handelsbelangen en macht is gebouwd. Als we de geschiedenis van Dr. P.J. Blok erop na lezen, zou de Vikinger Harold de burcht hebben opgericht. Dr. Blok dateert de burcht rond 900. Moderne archeologische schattingen liggen gemiddeld rond 1150. In elk geval kunnen we met zekerheid zeggen dat de graven van Holland zich aan het begin van de tiende eeuw in Leiden vestigden en dat zij hun residentie hadden in het Gravenhof. Na het verdrijven van de Noorse vorst Harold zou de burcht in handen zijn gevallen van de graaf, die een burggraaf aanstelde.
5 januari 2009
Jansje van den Bos-Schaft (1919-2007)
Klein van stuk was ze, de op 5 januari 1919 geboren Jansje van den Bos-Schaft. In mei 2007 ging ze op 88-jarige leeftijd van ons heen en vandaag, 5 januari 2009, zou ze 90 jaar geworden zijn. Strijdbaar was ze ook; ze liep mee in de vredesdemonstratie in Den Haag in 1983 en ze werd bepaald fel als er ergens ter wereld mensen onrecht werd aangedaan of als dieren leed werd berokkend. Ze was een fel tegenstandster van de stierengevechten in Spanje en kon haar ogen niet drooghouden als ze op televisie zag hoe zeehondjes werden doodgeknuppeld om wille van het bont. Meestal draaide ze dan snel de knop om, gewoon omdat ze dit niet kon aanzien. Jansje van den Bos-Schaft. Ze werd 88 jaar. Haar zoon Arie sprak in de rede tijdens de crematieplechtigheid voor haar in mei 2007 dat de jaren dertig en de bezettingstijd tekenend voor haar leven zijn geweest. Ze was een tiener toen de crisis zich aandiende en had baantjes als hulp in de huishouding bij Keesom, Muys van der Moer en tandarts Van Dorp. Op eerste Pinksterdag 1939 verloofde ze zich met de in maart 1918 geboren Denijs van den Bos. Op 5 augustus 1942 traden de beiden in het huwelijk en in de navolgende jaren 1943, 1945, 1946 en 1949 werden Trudy, Aad, Janny en Betty geboren. In 1953 kreeg Jansje een miskraam. Vanaf de jaren zestig en zeventig kreeg Jansje de rol van grootmoeder te vervullen. Groot verdriet deed haar het verlies van haar man op 26 maart 1988 en het overlijden van haar schoondochter Leny op 27 november 1997. Vandaag denken we terug aan ons omaatje. Dank omaatje, voor de fijne herinneringen die we aan je hebben!
1 januari 2009
Het ontstaan van Leiden (vervolg)
Op deze nieuwjaarsdag vervolg ik het verhaal over het ontstaan van Leiden, maar wil ik eerst van de gelegenheid gebruik maken u allen de beste wensen over te brengen en een heel gezond en voorspoedig 2009 te wensen! Heel veel geluk en voorspoed!
Direct aansluitend op deze mogelijke verklaringen voor de ontstaansgeschiedenis van de stad moeten we een ander belangrijk feit vermelden en dat is de vermelding van Leithen op oude inventarislijsten van de Utrechtse St. Maartenskerk uit de jaren 777 en 866. Deze kerk had namelijk een aantal boerderijen in bezit, die samen bekend stonden als 'Die Leithen'. Niet alleen de Utrechtse kerk had bezittingen in deze omgeving. De graven van Holland hadden ook landerijen in de nabije omgeving van Leiden. Dit blijkt uit de giften die de graven deden aan de Abdij van Egmond. Enkele van die landgoederen waren : Lopsen, Roomburg, Swieten en Boshuizen. De eerste theorie van Hlitha voor helling zal etymologisch gezien wel juist zijn, maar kan ons verder niet ten dienste zijn. We kunnen uit deze theorie alleen de informatie putten dat Leiden op een hoger gelegen gebied lag, maar dat doet verder niets ter zake. De tweede theorie is nuttiger; de aanwezigheid van water(wegen) is vaak van groot belang voor het ontstaan van steden. Dat Leiden geen Romeinse kern heeft is volgens ons voldoende bewezen: archeologische opgravingen hebben weinig of niets opgeleverd.
Abonneren op:
Posts (Atom)