24 juni 2009
Economische en demografische achteruitgang in 18e eeuws Leiden
In de 18e eeuw was Leiden een stad in achteruitgang, zowel economisch als demografisch. In het laatste kwart van de 17e eeuw telt de stad nog zo'n 70.000 inwoners, terwijl dit midden 18e eeuw nog maar zo'n 37.000 inwoners zijn. Dit had alles te maken met de economische achteruitgang. De stad is in de 18e eeuw ingedeeld in bonnen en gebuurten, een eeuwenoude indeling. Het begrip 'wijk' dateert pas van het begin van de 19e eeuw. Gebuurten vormden de kleinste eenheid en omvatten zo'n 250 tot 300 personen. De demografische neergang is af te lezen aan het gemiddeld aantal bewoners dat in een huis woont. Wonen er in 1581 gemiddeld 4,4 mensen in een huis, in 1622 zijn dit gemiddeld 5,8 mensen. In 1749 is dit afgenomen tot 3,8 mensen om in 1808 weer te stijgen naar 4,4 mensen. Er was rond 1750 veel leegstand in Leiden.
Bron: H.A Diederiks e.a., 'Een stad in achteruitgang- Sociaal-historische studies over Leiden in de achttiende eeuw.'
18 juni 2009
Jan van den Bos (1744-na 1797)
Vandaag keer ik met u terug naar de jaren '40 van de 18e eeuw; In 1740 begon de Oostenrijkse Successie-oorlog. Deze oorlog eindigde in 1748 met de Vrede van Aken. De Zuidelijke Nederlanden bleven na deze oorlog onder het bewind van Maria Theresia. Het was in 1744 dat Jan van den Bos werd geboren. Het was het jaar waarin Anders Celsius, de uitvinder van de temperatuurschaal Celsius en Alexander Pope, de Engelse dichter, kwamen te overlijden. Jan van den Bos werd geboren uit het huwelijk van vader Jan van den Bos en moeder Lena van der Burg, een huwelijk dat in 1738 werd gesloten. De jaren 1740 waren jaren van crisis; de prijzen van levensmiddelen stegen, er waren veel misoogsten. Jan werd op 6 september 1744 gedoopt. Gedurende het jaar 1744-1745 kwam door de veepest 77% van de Hollandse veestapel te overlijden, waardoor de meeste zuivelproducten opnieuw sterk in prijs stegen. In 1747 werd Willem van Nassau-Dietz benoemd tot erfstadhouder van alle gewesten. Hij was niet in staat de macht van de regenten te beperken, hetgeen tot grote onrust leidde. In de nacht van 9 september 1748 drongen zogeheten Doelisten (beweging van kleine burgerij) de slaapkamer van Willem IV binnen om verhaal te halen. In maart 1766 gaat de in 1744 geboren Jan van den Bos in ondertrouw met Adriana van der Velden. In 1784 huwt hij met een zekere Jannetje Velling.
11 juni 2009
Anna Bavelaar-van den Eijkel vandaag 30 jaar dood
Het is vandaag 11 juni- de dag waarop 30 jaar geleden de overgrootmoeder van Suus en Tim, Anna Bavelaar-van den Eijkel (1909-1979) kwam te overlijden. Het was maandag 11 juni 1979- ik was pas uit school gekomen, toen om half drie een taxi voor ons huis stopte. Het was oma die vanuit de stad naar huis was gekomen.Op maandag gingen mijn grootouders en mijn moeder altijd de stad in.Mijn moeder had angina, en was daarom thuis gebleven met John die 8 jaar was. Na drie uur overleed onze grootmoeder. Ik was 15 en het was de eerste keer dat ik een dode zag- een traumatische ervaring. Het heeft diepe indruk op mij gemaakt, maar het heeft ook mijn historisch besef gewekt. Het besef van vergankelijkheid werd in mij wakker en nog in diezelfde maand begon ik met het aanleggen van een historisch geluidsarchief. Deze maand dus ook 30 jaar geleden. Vandaag staan we stil bij het overlijden. Op 4 november a.s. is het 100 jaar geleden dat onze oma werd geboren in Rijnsburg aan de Kortkade. Velen zijn haar sinds die 11e juni 1979 gevolgd- Arie Schaft in augustus 1980, Johannes Bavelaar in september 1984, Denijs van den Bos in maart 1988, Geertruida van den Bos in augustus 1992, Lena Dieuwertje van den Bos in november 1997, Jansje van den Bos in mei 2007 en Arie van den Bos in december 2007- een te lange lijst van ouders en voorouders die er niet meer zijn. Rust in vrede!
6 juni 2009
Jan van den Bos (1700-ca. 1748)
Jan van den Bos werd geboren in het jaar 1700 als zoon van Jacobus Bordoduijck en Judith Kasteel. Hij groeide op in moeilijke omstandigheden en hij maakte de zeer strenge winters van 1708 en 1709 mee die een verdrievoudiging van de roggeprijzen opleverden. Vanwege de vanaf 1713 optredende vee- en runderpest stegen de prijzen voor boter en kaas in de navolgende jaren. Toch treedt Jan al vroeg in het huwelijksbootje. Op 28 oktober 1719 gaat hij in ondertrouw met Anna Thijsse. Hij is dan al lakenwerker en woont in de Leidse Vestestraat. Anna sterft evenwel jong. Anna en Jan krijgen een zoon: de op 17 mei 1723 gedoopte Jacobus van den Bos. Met Sara van der Starre, met wie hij in april 1724 in ondertrouw ging, kreeg hij een zoon Jacobus (gedoopt 2 februari 1725) en een dochter Sara (gedoopt 26 oktober 1727). Op 17 november 1730 ging Jan dan in ondertrouw met Susanna Teijn. Hij woonde toen in de Looijerstraat. Met haar kreeg hij nog eens drie kinderen: Judith (gedoopt 29 mei 1731), Santje (gedoopt 25 februari 1733) en Jan (gedoopt 26 juni 1737). Op 15 november 1738 ging hij tenslotte in ondertrouw met een zekere Helena van der Burg. Van haar stammen Suus en Tim af. Ook met haar kreeg hij nog eens drie kinderen: Adrianus (gedoopt 20 september 1739), Grietje (gedoopt 11 november 1742) en Jan (gedoopt 6 september 1744). Grietje en Adrianus kwamen voor 1748 te overlijden.
1 juni 2009
Het ontstaan van Leiden (vervolg)
Zeker is dat in 1266 de burggraaf schout en schepenen te Leiden aanstelde. In de 14e eeuw was zeer duidelijk hoe de hoge jurisdictie te Leiden was ingericht. Geen burger mocht anders dan door zijn schepenen veroordeeld worden. Zaken zoals moord en zware verwonding gingen eerst naar de baljuw, die dan samen met de burggraaf en het gerecht van Leiden het vonnis velde. Landverraders gingen naar de hoogste rechtbank: de graaf en zijn raad. Alle andere misdaden kwamen voor rekening van schout en schepenen. De plaats waar de schepenen recht spraken was een gebouw dat in bezit was van de graaf. Waarschijnlijk was dit de Burcht. De schepenen kwamen bijeen op zogenaamde dingdagen. De oudste dingdagen waren poortdingen, een overblijfsel uit vroeger tijd. Zij werden in Leiden elk jaargetijde gehouden. Het poortding van het ongeboden ding van de Franken. Weldra deed zich de behoefte gevoelen aan meer rechtdagen, vooral in het begin van de 13e eeuw toen men hier handel ging drijven. Iedere week werd daarom gelegenheid gegeven om een rechtszaak te behandelen. Zo'n rechtszaak werd van de dag van de drukke weekmarkt verplaatst naar een andere dag. Zo werden de rechtszaken in de zich uitbreidende stad een meer serieus en beter georganiseerd gebeuren om de rechtsorde te handhaven.
Abonneren op:
Posts (Atom)