18 juni 2007
De 'sixties', jaren die tot de verbeelding spreken
Meer nog dan de oorlogs- en bezettingsjaren (1940-1945), waren de jaren zestig een breukpunt in de geschiedenis van de twintigste eeuw. De 'sixties' waren en zijn een tot de verbeelding sprekend decennium, jaren van muzikale hoogtepunten, de musical 'Hair', een taboedoorbrekende musical, de jaren van 'vrijheid - blijheid' en de jaren waarin grote Vietnamdemonstraties plaats vonden en er tegen de Vietnampolitiek van president Johnson werd geprotesteerd. De televisie veroverde de huiskamer, er kwam een auto (ook grootouders Van den Bos kregen een blauwe kadett), de woonkamers werden 'doorgeslagen' en er kwam vaste vloerbedekking. Het was de tijd van de Beatles en Bob Dylan, die maatschappijkritische songs zong tegen wapenhandel en rassendiscriminatie. John Lennon riep op tot vrede en idealisme. Het was de tijd van de bloemenkinderen en de 'flower power'. Er was nog een groot geloof in vooruitgang en in de goedheid van de mensen, voortgestuwd door muziek en literatuur. Bob Dylan zong over de veranderende tijden: Er komen andere tijden. Er is over deze jaren een prachtig boek geschreven door Hans Righart, de veel te jong overleden historicus:"De eindeloze jaren zestig". Hierin spreekt Righart over de dubbele generatiecrisis van destijds, een crisis die eind jaren vijftig begon en tot begin jaren zeventig voortduurde. Jongeren kwamen in opstand tegen de maatschappij en de ouderen hadden geen antwoord op het jongerenprotest. ZIj wisten ook niet hoe het moest. Er heerste een groot crisisbesef bij de oudere generatie.