7 juli 2007
De positie van de lakenwerkers na 1650
De positie van de lakenwerkers in Leiden verslechterde geleidelijk vanaf 1650. De reele lonen brokkelden vanaf 1650 af. Geleidelijk werd de financieel-economische situatie slechter. Jaren van excessieve duurte waren 1699, 1709 en 1740. Ook voorouders Van den Bos hebben in deze jaren waarschijnlijk grote moeilijkheden gekend. In de 18e eeuw ging daarnaast ook sterke drank het sociale leven beheersen in Leiden. Een vers luidde als volgt:" Het is onmogelijk dat de wever, kan werken zonder de jenever, Droogscheerder, spinner, schobbelaar, die klagen over wol en schaar, zo hij jenever moet ontberen." Het sociale leven begon zich in de loop van de 18e eeuw steeds meer af te spelen in het "vaantje" ofwel de tapperij. Arbeiders zagen elkaar op het werk en in hun vrije tijd. De arts Le Francq van Berkhey merkte in ongeveer 1776 op dat het aantal jeneverkroegen in Leiden de laatste jaren sterk was toegenomen.