12 juli 2008
Familiegeschiedenis en het ontrukken van levens aan de vergetelheid
Het je bezig houden met genealogie en familiegeschiedenis is populair in Nederland. Duizenden mensen hebben inmiddels de gang naar het Centraal Bureau voor Genealogie aan het Haagse Prins Willem-Alexanderhof gemaakt en zijn zich gaan verdiepen in familie- en stamboomkunde. Ook ikzelf werd met name na het overlijden van grootvader Denijs van den Bos in 1988 gegrepen door de belangstelling voor genealogie. Al eerder, aan het eind van de jaren zeventig was ik begonnen met het vastleggen en registreren van familieverhalen om zo een begin te maken met de optekening van de familiegeschiedenis. Marijke Hilhorst, publiciste op dit terrein, heeft pas een boek geschreven: 'Hoe schrijf ik een familiegeschiedenis'. Ze geeft daarin aan dat foto-albums en liedjes herinneringen kunnen oproepen en vergeten verhalen kunnen laten opborrelen. Dit heb ik pas nog ervaren tijdens een recent bezoek aan de zuster van mijn oma: Rie Laman-Schaft. Eerst had ik de stamboom als leidraad voor het interview genomen, maar later bij het zien van de vele familiefoto's en familiekiekjes kwamen de verhalen pas echt los. Ook het liedje'Marietje was een kleine meid' bracht tante Rie in herinnering. Marijke Hilhorst geeft in een interview in het programma De ochtenden van 25 juni j.l. aan dat voor gewone, niet adellijke mensen de bronnen beperkt zijn. Vaak loop je bij het schrijven van een familiegeschiedenis al rond 1900 vast, omdat er dan -verder terug in de tijd-gewoon geen extra bronnen naast de doop-, trouw- en begraafgegevens voorhanden zijn. Dit geldt ook voor de familie Van den Bos. De oudst overgeleverde mondelinge informatie gaat wat onze familie betreft tot ca. 1880 terug.Het zijn de verhalen over tante Pietje die in 1884 geboren werd. Uit de tijd ervoor zijn ook geen schriftelijke bronnen uit familiebezit voorhanden zoals brieven, dagboeken of andere ego-documenten. Onze voorouders waren in het begin van de 19e eeuw vaak nog analfabeet en dus niet in staat een letter op papier te krijgen. Voor het schrijven van een gedegen familiegeschiedenis is meer bronnenmateriaal nodig en daar ontbreekt het nu juist aan. Dit beperkt me -merk ik - ook bij het schrijven van de levensbeschrijvingen van de 'Vrouwen Van den Bos'. Ook hier blijf ik vaak steken in dorre jaartallen van geboorte, huwelijk en overlijden, gewoonweg omdat we niets weten over bijvoorbeeld de karaktertrekken van deze voorouders, niet weten wat er van dag tot dag en van jaar tot jaar gebeurde in hun leven.
Meer weten we gelukkig over de levens van onze ouders en grootouders, maar ook daar geldt dat ik hierbij nog net op tijd was. Het was namelijk de uitvinding van de videocamera (wij kregen er in 1982 een) die ons in staat stelde interviews vast te leggen. Ook de taperecorder bewees ons wat dit betreft goede diensten. Zelf houd ik sinds 1975 een dagboek bij, in het begin nog fragmentarisch, later meer uitgebreid, maar soms ook met wisselende plichtsbetrachting. Dat het leven van Suus en Tim vanaf hun vroegste jaren zo uitgebreid is en wordt vastgelegd is een unicum in de familiegeschiedenis Van den Bos. Toekomstige generaties zullen daar bij de bestudering van het verleden alleen maar profijt van hebben!