De jaren 1840: de ‘ zwarte jaren’

De jaren 1840 staan bekend als de 'zwarte jaren'. In oktober 1840 deed koning Willem I, de autocratische vorst, afstand van de troon.Zijn zoon Willem II trad aan, een kunstverzamelaar die kunstenaars steunde door ze opdrachten te verschaffen.De financien van het land stonden er beroerd voor toen de nieuwe koning aantrad.De industrie leidde een kwijnend bestaan, de levensmiddelenprijzen stegen enorm en de armoede was groot.Een kwart van de bevolking leed honger.De revolutiedreiging nam dan ook toe in de loop van de jaren 1840.Jan van den Bos (1814-1867) en zijn vrouw Jannetje Isabella van Heusden (1819-1899) waren in 1840 twee jaar getrouwd.Op 11 januari 1838 waren ze in het huwelijk getreden.In mei 1839 was hun eerste kind Maria geboren en op zondag 21 november 1841 baarde Jannetje een dood kind.Het is begrijpelijk dat het verdriet groot was in het nog jonge gezin Van den Bos.Op oudjaardag, zaterdag 31 december 1842, kwam zoon Jan van den Bos ter wereld,maar ook dit bleek geen sterk kind.Het kind overleed op 22 februari 1843, nog geen twee maanden oud.Het gezin woont dan in de Leidse Vestestraat.Diezelfde 22e februari 1843 gaat Jan met zijn vader Jan (1770-1852) op het gemeentehuis aangifte doen van het overlijden van zijn zoon.Dochter Jannetje Isabella wordt dan op 22 juni 1844 geboren. Zoon Jan kwam op 1 februari 1847 ter wereld.In september 1845 zijn er onlusten in onder meer Leiden, Delft, Den Haag en Haarlem toen de aardappelprijzen stegen.Er waren oplopen voor grutters- en bakkerszaken, maar in Delft werd ook geplunderd.In juni 1847 was er een tweede golf van onlusten toen de roggeprijzen enorm hoog waren.De ongeregeldheden vonden toen vooral in het noorden en oosten van het land plaats.