De lotgevallen van oom Dolf in en na de oorlog

Op 9 april 2025 is in het Nationaal Archief onderzoek gedaan naar de lotgevallen van Dolf van Meurs in en na de Tweede Werekdoorlog.De verschillende stukken laten de zoektocht zien die na de oorlog in gang wordt gezet door de moeder van oom Dolf.Het gaat daarbij om drie zoons die wel getraceerd zijn,maar waarvan het nog jaren duurt voordat ze terugkeren.De vader van oom Dolf,Hubertus C. van Meurs, heeft na de oorlog verklaard dat hij op 12 augustus 1943 voor de arbeidsinzet met zijn zoon Bert op transport werd gesteld naar Berlijn, nabij Wannsee.Zij kregen een militair uniform met op de linkermouw een lint met de woorden 'SS-Frontarbeiter'.De vader van oom Dolf verklaarde verder dat ze nooit wapens hadden gedragen.Het kwam echter wel voor dat de SS- frontarbeiders bij het opdringen van de Russen mee moesten vechten.Van Berlijn trokken ze naar Mittau ( Letland).Daarna naar Riga waar ze Herman ontmoetten.In Riga werd de vader van Dolf van Meurs ziek.Hij kreeg longontsteking.Via Koningsbergen,Friedland,kwam hij weer in Berlijn.Hij kreeg verlof en moest zich op 12 mei 1944 weer in Berlijn melden.Hij kwam op 26 april 1944 weer thuis in Leiden.Dolf was toen nog in Popenwale (Letland) en had zich eind mei 1944 met zijn broer verenigd in Tallsig.Uiteindelijk kregen de ouders van Dolf een briefkaart via het Rode Kruis uit Rusland,gedateerd 20 december 1945.De jongens waren krijgsgevangen gemaakt.Daarna kwam er een brief van Herman uit Sziget,gedateerd 13 januari 1946.In een brief van Herman van 9 juni 1947 schrijft hij dat er in het kamp geruchten gaan dat ze naar Valletin (Oostenrijk) of naar Odessa zouden vertrekken.Op 15 april 1950 komt er een bericht dat Dolf van Odessa naar Kiev is overgebracht.Datum en kamp onbekend.