16 mei 2009

Bezoek aan Haarlem; 15 mei 2009

Gisteren, 15 mei 2009, de 64e geboortedag van mijn vader Arie van den Bos, zijn Cock en ik een dagje naar Haarlem geweest. Eerst ben ik nog geknipt door Brigitte, maar om half negen was ik dan bij Cock. We dronken koffie, maakten plannen en om half tien zaten we in de zoevende trein naar Haarlem. Daar aangekomen, bezochten we eerst het zogeheten Dolhuys, het nationale museum van de psychiatrie. Het Dolhuys is in 1320 gesticht en was een leprozen-, pest- en dolhuys. Hier werd ons de geschiedenis van de psychiatrie in Nederland uit de doeken gedaan en konden we door kasten te openen de levensverhalen van mensen met een psychiatrische achtergrond horen. Wat is gek, wat is normaal? Een op de vier Nederlanders is client van de geestelijke gezondheidszorg en dit museum wil begrip kweken voor hun situatie. Ik vond het erg leerzaam. Daarna zijn we het centrum van Haarlem ingelopen. Het regende enorm, maar dit mocht de pret niet drukken. Op onze weg naar het Teylers museum, zijn we nog een een van de talloze hofjes ingelopen die Haarlem rijk is. En ja, toen bereikten we het Spaarne. Daar is het Teylers museum gevestigd, het oudste openbare museum van Nederland. Pieter Teylers van der Hulst (1702-1778) was een vermogende Haarlemse laken- en zijdefabrikant en een vertegenwoordiger van de Verlichting. In de begeleidende gids die wij bij de receptie kregen staat te lezen dat 'in 1779 Leendert Viervant (1752-1801) de opdracht tot het ontwerpen van een 'boek- en konstzael' kreeg, achter Teylers woning in de Damstraat. Deze Ovale Zaal werd in 1784 opengesteld voor bezoekers. Bezoek aan dit museum is erg leerzaam, er zijn tal van voorwerpen van kunst en wetenschap te vinden; veel fossielen, instrumenten, prenten en schilderijen. Ja, en toen was het al bijna twaalf uur geworden. We zijn toen nog naar de prachtige Grote of St.-Bavokerk gelopen, een 108 meter lange kerk. Het breedste punt van de kerk is 47 meter. Omstreeks 1370 werd met de bouw van deze parel van Haarlem begonnen en de bouw nam bijna 150 jaar in beslag. Cock en ik staken er kaarsjes op voor mijn vader en we dronken er koffie. Ik liep de kerk nog een keer rond en toen zijn we naar Vroom & Dreesman gegaan waar we een heerlijke tagliatelle met varkenshaas verorberden.Het weer klaarde nu echt op en de zon begon te schijnen! Daarna nog de stad ingegaan, een cola gedronken op de Grote Markt met uitzicht op het stadhuis (er was een trouwerij!) en het standbeeld van Laurens Janszoon Coster. Om half vier kwamen we tal van nieuwe indrukken rijker weer bij het station aan, waar het even rennen was geblazen omdat de trein al op het punt van vertrekken stond. Thuis in Leiden dronken we nog thee en maakten we ons op om rozen in het Valkenburgs meertje achter te laten, mijn vaders laatste plaats. Het goot van de hemel, maar het was de moeite waard deze dag bij mijn vader stil te hebben gestaan. Daarna nog heerlijk gegeten bij Cock. Om half tien was ik gisteravond weer thuis. Dank Cock, voor dit leuke uitstapje!