4 mei 2009

De jaren 1940-1945: tussen accommodatie en verzet

De discussie over de houding van de Nederlandse bevolking ten tijde van de bezettingsperiode beweegt zich tussen het goed/fout- perspectief zoals Lou de Jong dat in zijn 'Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog' heeft beschreven en de zienswijze zoals naar voren gebracht door de nieuwe generatie historici zoals Blom en Chris van der Heijden. Zij hebben aandacht gevraagd voor de grijsteinten in de houding van de bevolking: de Nederlandse bevolking was vooral geneigd zich aan te passen aan nieuwe realiteiten na 10 mei 1940. Volgens hen waren de Nederlanders vooral pragmatisch in hun handelen. Nederlanders handelden vooral uit zelfbehoud en probeerden hun eigen hachje te redden.Bart van der Boom heeft daarentegen enige tijd geleden een boek het licht doen zien dat aansluit op de visie van De Jong. Het boek heet: 'We leven nog' en gaat in op de stemming onder de Nederlandse bevolking in de jaren 1940-1945. Hij betoogt dat de afkeer van de bezetting al vroeg vrij groot was en dat het vertrouwen in een Duitse nederlaag al in het najaar van 1940 wijdverbreid was. Hoewel men pas vanaf 1942/1943 zeker wist dat de geallieerden zouden gaan winnen, was in de beleving men ervan overtuigd dat het de Duitsers al in het begin van de oorlog slecht ging. Verder was de voedselvoorziening tot september 1944 objectief gezien aanvaardbaar, maar werd die vanaf het begin als onacceptabel ervaren. Van der Boom heeft tal van dagboeken geanalyseerd, die in de jaren 1940-1945 zijn geschreven door Nederlanders. Jammer is dat de familie Van den Bos geen dagboeken heeft geschreven ten tijde van de bezetting. De in 1918 geboren Denijs van den Bos, onze grootvader is in de jaren 1943/1945 te werk gesteld geweest in Apeldoorn en Enschede. Hij werd in het kader van de Arbeitseinsatz gedwongen werk voor de Duitsers in het oosten van Nederland te aanvaarden. Op 10 november 1944 kwam hij in Rotterdam/Schiedam in een razzia terecht. Met Jacques van den Bos, zijn broer, bracht hij destijds een bed en/of kast naar zijn op 1 november 1944 gehuwde zuster Annie van den Bos in Schiedam.