11 april 2016

Antisemitische uitspraken Luther

In 2017 is het 500 jaar geleden dat de Reformatie begon. Aan de vooravond daarvan neemt de PKN nu afstand van antisemitische uitlatingen van de Duitse kerkhervomer Maarten Luther. In 1543 schreef hij een boekje Over de joden en hun leugens. Luther, aanvankelijk geen antisemiet, werd naarmate hij ouder werd, steeds meer antisemitisch. In het boekje schrijft hij dat joden naar werkkampen moesten en dat synagogen moesten worden platgebrand. Maarten Luther was teleurgesteld in zijn gefnuikte missie en werd steeds chagrijniger. Soms was hij eigenlijk buitengewoon racistisch. In het geschrift uit 1543 schrijft hij dat huizen van joden moeten worden afgebroken en dat er zelfs een straatverbod voor hen moet komen. De uitlatingen van Luther werden later door Hitler en zijn trawanten gebruikt om de pogroms te legitimeren. Jodenhaat kreeg zo een historische legitimatie. Ook Erasmus liet zich soms antisemitisch uit. In het begin van de 16e eeuw was Luther nog niet zo uitgesproken in zijn Jodenhaat. De familie Bordedeu had overigens ook een connectie met de kerkhervomer.Tussen 1 oktober 1526 en 30 september 1527 werd een zekere Michel Bourdeauduis te Doornik veroordeeld tot een boete van 10 carolusguldens omdat hij enkele woorden volgens de leer van Luther had gesproken. Hij moest zich nu op bedevaart begeven naar de Onze-lieve-vrouwe-kerk van Halle met een brandende kaars in zijn hand. Michel is mogelijk een van de voorouders van de familie Van den Bos, de vroegere Franstalige familie Bourdeauducq of Bourdeauduis.