13 februari 2017

Aad zag de dood als iets onvermijdelijks

Arie van den Bos, vader, broer, oom en opa, zag de dood als iets onvermijdelijke. In een vraaggesprek dat ik met hem had op 1 december 2007, drie weken voor zijn overlijden, zei hij de dood als iets onvermijdelijke te zien. In 1957-1958 leerde hij op school -hij zat toen in de eerste klas van de ULO- het gedicht de Tuinman en de dood. Hij kende dit gedicht jaren later nog van buiten. In dit gedicht komt naar voren dat de dood iets onvermijdelijke is. Hij zei daarover:' Dat gedicht heb ik ooit geleerd in de eerste klas van de ULO en dat vond ik wel zo,n ongelooflijk gedicht. Dat is me altijd bijgebleven. Ik heb het wel eens opgedreund.' Arie van den Bos stond nogal nuchter tegenover zijn toen naderende overlijden. Hij relativeerde zijn dood ook. Zo zei hij onder meer ook het volgende:' Er zijn ergere dingen. Maar als nou je been afgezaagd moet worden. Nou komt er een vent naar je toe met een zaag. En die zegt, moet je luisteren, wat er nu gebeurt, gebeurt er, maar je been zagen we er af, want je wil niet praten of je wil dit niet. Dat is toch nog erger dan dat je dood gaat. Want als je dood gaat, voel je niks meer.' Aldus Arie van den Bos op 1 december 2007. Wat een moedige man was dat.