11 september 2010

De jaren '30: Colijn, crisis, Jordaanoproer en huwelijk van Juliana en Bernhard

De jaren '30 waren een tijd van crisis, ook voor de familie Van den Bos. Zo goed en zo kwaad als het ging verdiende vader Denijs van den Bos (1896-1966) zijn inkomen in de groenten- en fruithandel, maar heel breed had het grote gezin het niet in deze overigens voor zeer velen wel erg schrale jaren. Werkloos is vader Denijs echter niet geweest. Na de financiele crisis van 1920, die vergelijkbaar was met die van 1873, volgde de financieel-economische crisis van 1929.Fasseur schrijft in zijn Wilhelmina-biografie dat 'de wereldwijde economische crisis en het vraagstuk van een sluitende begroting, de gezagshandhaving en de werkloosheidsbestrijding de Nederlandse binnenlandse politiek beheersten in de jaren '30.' Van 1929 tot 1933 leidde Ruys de Beerenbrouck een extra-parlementair kabinet, daarna was Colijn tot 1939 premier. Het was de tijd waarin de muiterij op het pantserschip 'De Zeven Provincien' plaatsvond. In 1934 vond er een oproer in de Jordaan plaats. De parlementaire malaise ging vergezeld van een economische. Een samenhang ontbrak niet. Voor de familie Van den Bos begonnen de jaren'30 droevig door het overlijden van Suzanna van den Bos-van Royen in 1932. Zij was langdurig ziek geweest. In april 1934 verliet onze grootvader Denijs van den Bos (1918-1988) de in 1883 opgerichte ambachtsschool, Haagweg 4 te Leiden. Hij trad toen in dienst bij de firma Ideco aan de Breestraat. Na in 1935 gewerkt te hebben bij een bedrijf voor meubelfournituren in Voorschoten, keerde hij in 1936 bij Ideco terug. In januari 1937 treden prinses Juliana en prins Bernhard in het huwelijk- een lichtpuntje in deze duistere crisisjaren.Op 12 april 1937- zijn zuster Coby was inmiddels geboren- begon de 19-jarige Denijs zijn werk als elektrisch lasser. Eind jaren dertig maakte hij kennis met Jansje Schaft. Zij was op 5 januari 1919 geboren. Het is opmerkelijk dat Denijs toch nog zo veel mogelijk aan werk is kunnen komen. De crisis sneed diep in, zo blijkt ook uit de mededeling van oud-minister Verschuur die op 21 juni 1936 duidelijk maakte:' Er is een orkaan met demonisch geweld over het huis onzer welvaart losgebroken; geen verdieping bleef onbeschadigd, geen vertrek ongeschonden. Ja, dat was welstand wat wij tot 1929 genoten. Zelfs toen waren er klachten. Thans schamen wij ons daarvoor. Indien wij ooit weer tot welvaart komen, dan zal zij toch een heel ander beeld vertonen dan die van voor de crisis. Wij moeten door een proces heen van verandering.'