22 augustus 2017

Vervolg scriptie

Hitler en Hugenberg, de voorlieden uit het front van Harzburg, waren het erover eens dat Von Hindenburg niet opnieuw ertoe geroepen moest worden de functie van rijkspresident te bekleden. Hun standpunt terzake zou voor Von Hindenburg zelf wellicht al voldoende aanleiding kunnen vormen tevoren reeds af te haken, mede gezien de voorwaarden die hij gesteld had. Daarbij kwam nog dat tussentijdse plannen Hindenburg via een simpele grondwetswijziging in zijn ambt te behouden waren stukgelopen op een ontrading hiervan eind januari 1932. Hoe deze patstelling te doorbreken? Voor die vraag zag Bruening zich begin 1932 gesteld en eenvoudig was ze niet te beantwoorden. Misschien moest hij er in de eerste plaats voor zorgen de monarchisten op zijn hand te krijgen, ex-kroonprins August Wilhelm in het bijzonder. Dit zou hem zeker krachtige morele steun geven en wellicht kon dit weifelachtige conservatieven over de brug helpen. Op de namiddag van 29 januari 1932 sprak Bruening met zekere Willisen over de mogelijkheid van een inspreken op de ex-kroonprins met het doel diens instemming met de kandidatuur van Von Hindenburg te verkrijgen, benevens een achterwege blijven van aanvallen van de zijde van de monarchisten. Er werd afgesproken dat Bruening op 2 februari met Auwi zou spreken en dat het gesprek geheim zou blijven.