27 juni 2006
Jan van den Bos (1770-na 1850)
In de Rhijnstraat kreeg de in 1744 geboren Jan van den Bos verkering met een mogelijk buurmeisje, Adriaantje van der Velden geheten. Adriaantje woonde hier waarschijnlijk alleen of was wellicht jong weduwe geworden. Haar moeder, de aanstaande schoonmoder van Jan, woonde in elk geval aan de Uiterste gracht. Het was in maart 1766 dat Jan en Adriaantje in het huwelijk traden, in dezelfde periode waarin Willem V als stadhouder werd geinstalleerd. Een jaar later zag dochter Lena van den Bos het levenslicht, gevolgd door de geboorte van zoon Jan in 1770, dochter Santje in 1772, zoon Hannes in 1774, de dochters Lijsje en Adriana in resp. 1776 en 1779, zoon Abraham in 1781 en dochter Catharina in 1783. Waarschijnlijk is dat moeder Adriaantje van den Bos, nog geen veertig jaar oud, in 1783 bij de geboorte van dochter Catharina in het kraambed is overleden. Vrij spoedig na het overlijden van Adriaantje is Jan hertrouwd met een zekere Jannetje Velling. Zoon Jan was veertien jaar toen zijn vader Jan in 1784 hertrouwde. Goed denkbaar is dat de in 1770 geboren Jan van den Bos in de jaren aan het einde van de 18e eeuw niet direct aan werk is kunnen komen. De Leidse lakenindustrie was goeddeels in verval geraakt; produceerde men in 1671 nog 139.000 stuks laken, in 1725 was dit aantal gedaald tot 72.000. In 1775 werd een aantal behaald van 41.000 stuks, terwijl in 1795 het dieptepunt van 29.000 stuks laken werd bereikt. Deze sterke economische terugslag moet heel directe gevolgen hebben gehad voor de werkgelegenheid in Leiden en voor de plaatselijke bevolking in het bijzonder. Jan (1770) huwde in mei 1797 met Maria Taverne. Letterlijk luidde het in het bewaard gebleven trouwboek uit het Leids gemeente-archief: "Jan van den Bos, cassaayend jongman van Leyden, wonende op de Oranjegragt met Jan van den Bos zijn vader, wonende op de Oranjegragt, met Maria Taverne, jongedochter van Leyden, wonende op de Uiterstegragt, met Johanna Kok, haar moeder, wonende op de Uiterstegragt". Na hun huwelijk betrokken de beiden een woning aan de Uiterste gracht, waarna ze begin 1813 naar de Kraaierstraat zijn verhuisd. Zeker is dat Jan rond 1814 als 'beroepsmilitair' in dienst is geweest. Jan diende in het 13e bataljon landmilitie. Dit maakte deel uit van een twintigtal bataljons dat op 18 januari 1814 was opgericht. Het bataljon lag in Den Haag in garnizoen. Op 24 maart 1815 werden de bataljons landmilitie omgedoopt tot bataljons nationale militie, waarbij het 13e bataljon landmilitie het 15e bataljon Nationale Militie werd. De oprichting van de landmilitie hing samen met de herkregen onafhankelijkheid van ons land in november 1813. De sterkte van de landmilitie bedroeg ongeveer 20.000 man.
Maria van den Bos-Taverne kwam in 1827 te overlijden. Jan zou tot na 1850 in leven zijn gebleven en is mogelijk over de tachtig geworden.
23 juni 2006
De jaren 1740 en de geboorte van Jan van den Bos in 1744
Vooral op het platteland was in deze jaren de armoede groot. Steden als Haarlem, Leiden, Delft en Gouda vielen door de malaise in de handel, de landbouw en de visserij in inwonertal terug met een kwart (Gouda en Delft), een derde (Leiden) en soms met bijna de helft (Haarlem).
In 1742 beviel Lena van een dochter Grietje van den Bos, waarna in 1744 zoon Jan ter wereld kwam, van wie ook Tim en Suus afstammen. Op 6 september 1744 werd Jan gedoopt. In de sociaal-economische omstandigheden trad echter weinig verbetering op. Gedurende het jaar 1744/1745 kwam door de aanhoudende veepest 77% van de Hollandse veestapel te overlijden, waardoor de meeste zuivelproducten opnieuw sterk in prijs stegen. Het zal voor zich spreken dat deze omstandigheden zeker ook gevolgen hadden voor de beschikbaarheid van melk ten behoeve van de nog jonge kinderen van Lena en Jan. In 1748 waren Adrianus en Grietje al niet meer in leven. In de jaren rond 1746 namen de maatschappelijke spanningen toe, ook al vanwege de oprukkende Fransen. Deze spanningen, mede aangewakkerd door de daling van de koopkracht, mondden in 1748 uit in het zogeheten Doelistenoproer, een democratiseringsbeweging die zich fel verzette tegen de regentendictatuur, resulterend in een herstel van het stadhouderschap na het tweede stadhouderloos tijdperk. In 1747 klaagde het smidsgilde van Amsterdam over ' een volstrekte neringloosheid en een gansch gebrek van werk voor sommigen'. De duurte van eetwaren in 1740 en 1741 had de armoede sindsdien zo zeer doen toenemen, dat alleen in het jaar 1746 al de stad Amsterdam f 224.000 had moeten bijpassen 'buiten de gemeene middelen uit der stadskasse'.
19 juni 2006
Jan van den Bos (1700- tweede helft 18e eeuw)
Na het overlijden van zijn vrouw Anna in 1723 (mogelijk wegens kraamvrouwenkoorts), hertrouwde Jan in april 1724 met een zekere Sara van der Starre. Ze gingen in de Vestestraat wonen. Moeder Sara beviel in 1725 van een zoon Jacobus, genoemd naar zijn grootvader. Hij werd op 2 februari van dat jaar gedoopt. In 1727 volgde dochter Sara van den Bos. Zij werd op 26 oktober 1727 in de kerk gedoopt. Over het leven van Jan en Sara in de jaren na 1724 is ons niets overgeleverd. Wel weten we dat Sara rond 1729/1730 moet zijn overleden, aangezien Jan op 17 november 1730 als weduwnaar in ondertrouw gaat met Susanna Teijn. Broer Steven van den Bos is als getuige bij de ondertrouw aanwezig. De beiden nemen hun intrek in een woning aan de Looijerstraat, waarna Susanna Jan opnieuw een aantal kinderen schenkt: Judith van den Bos (gedoopt op 29 mei 1731), Santje van den Bos (gedoopt op 25 februari 1733) en Jan van den Bos (gedoopt op 26 juni 1737). Gezien het feit dat Jan eind 1738 hertrouwde met een zekere Lena van den Burg, mogen we aannemen dat Susanna rond 1737/1738 ten gevolge van een misgeboorte of complicaties bij de geboorte van haar derde kind is overleden. Na zijn tweede huwelijk trok Jan met Lena naar een pand aan de Waartgracht te Leiden. Lena had in de tijd voor haar huwelijk gewoond in de zogeheten Kuijperspoort nabij de Haarlemmerstraat. Jan, inmiddels al geruime tijd als lakenwerker werkzaam en Lena, waarschijnlijk druk doende een huishouden op poten te zetten, kregen in 1739 hun eerste zoon, het zevende kind van Jan: Adrianus van den Bos. Adrianus werd op 20 september 1739 in de Lootskerk aan de Herengracht gedoopt. We kunnen ons voorstellen hoe Jan, Lena en hun zoontje Adrianus de eerste jaren in hun woning aan de Waartgracht moeten hebben doorgebracht. Ze beleefden de barre winter van 1739/1740 en het natte voorjaar en de slechte zomer van 1740, gepaard met opnieuw hoge prijzen en misoogsten, nog verergerd door de Oostenrijkse successie-oorlog in hetzelfde jaar. Ook in Leiden kwam het in 1740 tot hongeroproer, al kwam echte honger hier over het algemeen nauwelijks voor aangezien de textielwerkers hier geld bijeen brachten voor zogeheten 'knechtsbossen', ook om zich te wapenen tegen kosten van ziekte en invaliditeit.
15 juni 2006
Vader Jacobus en moeder Judith in de jaren na 1700
Onduidelijk is hoe het vader Jacobus en moeder Judith van den Bos verder is vergaan in de jaren na 1700. Rond 1720 zouden zij ongeveer 60 jaar oud zijn geweest. Over hun verdere leven is ons niets bekend. Met enige zekerheid kunnen we stellen dat ze aan de Waartgracht, Oranjegracht of Vestestraat hebben gewoond na 1700. Niet uitgesloten moet worden geacht dat ze de kerstvloed van 1717 nog hebben beleefd en de beurskrach van 1720. Judith van den Bos-Kasteel (alias Judith Jans) was op 26 augustus 1719 getuige bij de ondertrouw van haar dochter Lowijsje van den Bos en haar aanstaande schoonzoon Jacob van Delft, een hoedenmaker uit Amsterdam. Judith is dus na 1719 overleden. Jan,de in 1700 geboren zoon van Jacobus en Judith, trad op 28 oktober 1719 in het huwelijksbootje met een zekere Anna Thijsse. Hij was toen als lakenwerker werkzaam en woonachtig in de Vestestraat in Leiden. Of vader Jacobus bij de huwelijksvoltrekking aanwezig was, is ons niet bekend.
10 juni 2006
Jacobus Bordoduijck (1658- begin 18e eeuw)
Jacobus Bordoduijck was de zoon van Pieter Bordoduijck en is op 3 maart 1658 te Leiden in de Waalse kerk gedoopt; Bij de doop was een zekere Isaack Lantel als getuige aanwezig. Jacob was 23 jaar toen hij op 15 maart 1681 in ondertrouw ging met Judith Jans Kasteel, die in Utrecht geboren was. Jacobus en Judith kregen maar liefst 11 kinderen, 6 zoons en 5 dochters: Lijsbeth (1682), Jannetje (1683), Jannetje (1684), Johannes (1686), Magdalena (1689), Pieter (1691), Johannes (1693), Steven (1694), Lowijsje (1699), Johannes (1700) en een Jacobus. Het is onduidelijk welk bereop Jacobus gedurende zijn leven heeft uitgeoefend, waarschijnlijk was ook hij werkzaam in de textielindustrie. Evenmin weten we wanneer hij precies is overleden, maar dit moet in de eerste helft van de 18e eeuw zijn geweest.
7 juni 2006
Gezin en huwelijk
Ofschoon de grootte van de gezinnen van de familie Van den Bos in de 17e eeuw nogal fors was, met name veroorzaakt doordat de mannen vaak hertrouwden en uit opeenvolgende huwelijken kinderen kregen, waren de huishoudens in Nederland opvallend klein te noemen. Het gemiddelde huishouden in een stad als Leiden in het midden van de 18e eeuw bestond uit ca. 3,5 personen; Er waren weinig inwonende verwanten en/of personeel in de Leidse gezinnen; Hoewel er vooral binnen de eigen kring werd getrouwd, was de liefde bij het kiezen van de partner toch het doorslaggevende motief. Na 1750 waren liefde en geluk algemeen geaccepteerde normen voor een goed huwelijk. De kinderen werden in Holland veelal met zachte hand opgevoed.
2 juni 2006
De woonplaatsen van de familie
Over de woonplaatsen van de 17e, 18e en 19e eeuwse Van den Bossen is ons vrij veel bekend geworden uit het veelomvattende archiefmateriaal. Nog in 1719 was de in dat jaar in het huwelijk tredende Jan van den Bos in de Leidse Vestestraat woonachtig. Gezien het feit dat zijn broer Jacobus van den Bos bij zijn huwelijk in 1715 eveneens in de Vestestraat woonde, mogen we aannemen dat de familie hier in het begin van de 18e eeuw heeft gewoond en dat het pand in de Vestestraat gedurende enige tijd als ouderlijke woning heeft dienst gedaan. Mogelijk zijn Jacobus van den Bos en Judith Kasteel hier na hun trouwen in ca. 1680 gaan wonen. Opmerkelijk is dat Jan van den Bos ten tijde van zijn tweede huwelijk met Sara van der Starre in 1724, na de dood van zijn eerste vrouw Anna Thijsse nog altijd in de Vestestraat woonachtig was. Goed mogelijk is dat hij een verderop gelegen pand heeft bewoond, mogelijk in de ouderlijke woning is ingetrokken. Zeker is dat Jan in 1730 met zijn gezin in de Looyerstraat woont. In 1738 woont hij aan de Waartgracht.
Abonneren op:
Posts (Atom)