27 november 2011

Lena Dieuwertje van den Bos 14 jaar dood

Vandaag, 27 november 2011, is het 14 jaar geleden dat onze lieve moeder van ons heenging. Ze was nog geen 53 jaar jong. Vandaag staan we stil bij dat heengaan, maar we vieren ook haar leven en zijn dankbaar dat we haar gekend hebben. Zo'n goede, lieve moeder. Ze stond altijd voor ons klaar. Ze zorgde zo goed voor ons. Veel te jong ging ze heen. We danken haar voor het feit dat ze ons, John en mij, het leven heeft geschonken. We gaan nu terug naar het jaar 1951 in haar leven. Haar kindertijd. In 1951 zaten de eerste zes jaren van haar leven erop en was de lagere schooltijd bijna aangebroken. Ze ging naar de christelijke Oosterstraatschool, de latere Koningin Julianaschool, vlakbij haar in de buurt. Op 3 april 1951 ging Leny voor het eerst naar school. Ze kwam in de eerste klas bij juffrouw Boehmer, een wat oudere onderwijzeres. Toen Leny nog maar pas op school zat, ging de klas op schoolreisje naar Rhenen-Ouwehand, Ouwehands dierentuin. Dat was op 20 juni 1951 of 20 juni 1952. Leny at kersen in de bus en werd daar misselijk van. Leny wordt de eerste tijd nog door haar moeder naar school gebracht, maar later loopt ze alleen. Het contact met haar grootmoeder blijft.

25 november 2011

De bezettingstijd (vervolg)

Vandaag op mijn 48e verjaardag laten we onze grootvader Denijs van den Bos (1918-1988) weer postuum aan het woord over de bezettingsjaren. Hij gaat verder:' Deze mensen gingen per fiets (zonder banden) of per handkar lopen naar Noord-Holland, Overijsel, Gelderland, Drente of men daar voedsel kon kopen met de kans dat wanneer men vlak bij huis was dit werd afgenomen door de zgn. landstormers. Toen de Duitsers nog meer mensen nodig hadden in de Duitse fabrieken (alle Duitsers moesten naar het front) gingen zij over tot razzia's, d.w.z. zij omsingelden een gedeelte of een gehele stad en dreven mannen tussen 18 en 45 jaar uit de woningen of de mannen werden op straat aangehouden. Dan werden zij op transport gesteld. Dikwijls ontvluchtten deze mensen het transport. Wanneer nu het woord razzia viel gingen veel mannen 's avonds slapen in een zgn. schuilhoek, oude pakhuizen bij boeren in de hooiberg en andere vernuftige dingen. Door brandstofgebrek, gas en electriciteit gingen de mensen bomen rooien, spoorbielzen stelen, oude kolen uithakken van locomotieven en andere dingen die verbrand konden worden. Licht werd gemaakt door in een potje olie een katoenpitje te laten drijven en aan te steken. Zo werden de laatste maanden van de bezetting doorgebracht door alleen te leven voor levensbehoud, zwervende of proberen wat eten te bekomen. De prijzen van buiten de bon aangeboden voedsel was hoog, doch geld kon men toch niet uitgeven zodat deze prijzen werden betaald. Toen dan ook de oorlog was afgelopen was er echt feest.'

18 november 2011

Mijn eerste levensjaren-de jaren 1963-1967

Spoedig vier ik nu mijn 48e verjaardag. Maar hoe waren mijn eerste levensjaren? Ik probeer me voor te stellen wat er gedurende mijn eerste levensjaren door me heenging. Mijn oudste herinnering dateert uit 1965 toen we op maandag naar de stad gingen en ik van overgrootvader Van den Bos (1896-1966) een banaan kreeg soms als we hem zagen op de markt. Dat moet dus in 1965 geweest zijn, in januari 1966 kwam hij te overlijden. Verder herinner ik me de brancard die in oktober 1966 in de Trompstraat naar boven ging toen mijn vader bewusteloos was geraakt. Herinneringen uit de jaren 1965 en 1966, de jaren van het kabinet Cals. De jaren 1965 en 1966 waren de natste jaren van de 20e eeuw. Een gevoel van onbehagen maakte zich meester van een groot deel van de Nederlandse bevolking. Het was de tijd van Het Huwelijk, de opkomst van provo, de bouwvakrellen. De maatschappij was in beroering. De werkloosheid steeg wat. Lonen en prijzen explodeerden.

13 november 2011

De bezettingstijd (vervolg)

Vandaag keren we weer met onze grootvader Denijs van den Bos (1918-1988) terug naar de jaren veertig en wel naar het jaar 1944 om precies te zijn. Het was het jaar van de landing in Normandie op 6 juni 1944 en de Dolle Dinsdag in september. In diezelfde maand was er de Slag om Arnhem.Spoedig daarna zou het nog bezette deel van Nederland de hongerwinter tegemoetgaan. We laten onze grootvader weer aan het woord nu:' In juni 1944 was de landing in Normandie en de Amerikanen rukten op naar Belgie. Begin september kregen we de zgn. Dolle Dinsdag. Op deze dag gingen alle Duitsgezinde Nederlanders op de loop naar Duitsland. Ook veel Duitse firma's werden gesloten. Hierdoor gingen mensen op straat om te juichen, doch dit was te vroeg daar de geallieerden bij Arnhem teruggeslagen werden. Voedsel werd hier en daar nog met de trein en tram bij boeren gehaald, maar toen de geallieerden de treinen begonnen te beschieten vanuit de vliegtuigen werd dit te gevaarlijk. Toen ook de treinstaking een feit werd, zodat er geen kolen- en voedsel/materiaal werd aangevoerd, kreeg de Randstad het zwaar te verduren. Vele fabrieken werden gesloten waardoor veel mensen op straat kwamen te staan zonder werk, doch niet ontslagen anders moesten zij naar Duitsland.'

9 november 2011

De bezettingstijd (vervolg)

Denijs van den Bos (1918-1988) vervolgt vandaag zijn relaas:' Ook werd de Engelse zender stiekem beluisterd en werden illegale blaadjes gelezen en doorverteld zodat de Duitse propaganda steeds minder werd geloofd en belachelijk gemaakt. Dit kon alleen onder goede bekenden gedaan worden. Na de val van Stalingrad en de terugtrekking van de Duitse troepen in Rusland kwamen er hardere maatregelen en de voedselvoorziening werd schaarser zodat vele mensen bij de boeren probeerden voedsel te kopen. Later, in 1944 zouden dat ruilingen worden met goederen en gouden en zilveren voorwerpen.'

4 november 2011

De Waalse immigranten in Leiden

In zijn boek 'De gouden eeuw compleet' schrijft historicus A. Th. van Deursen onder meer over de trek naar Holland in de 17e eeuw. Hij schrijft dat we van Leiden weten dat tussen 1581 en 1621 het aantal immigranten globaal 28.000 heeft bedragen. De stadsbevolking steeg toen van ruim 12.000 naar 45.000 inwoners. De immigranten waren vooral Zuidnederlanders. In 1622 werd een volkstelling gehouden en de meerderheid van de bevolking was toen Zuidnederlands. De Zuidnederlanders woonden in Leiden in eigen woonwijken bijeen. De immigranten, zo schrijft Van Deursen, wilden zich niet onderwerpen aan de Spaanse heerschappij en namen daarom de wijk naar het noorden. Er heerste overigens grote armoede onder de Vlaamse, Brabantse en Waalse uitgewekenen. In de kerken werd wekelijks gecollecteerd voor de Waalse armen.

1 november 2011

Bezoek aan Ootmarsum: 19 mei 1986

Op 19 mei 1986 bezochten we grootouders Van den Bos in Ootmarsum. Ik schreef die dag in mijn dagboek:'Vandaag, 19 mei 1986 zijn we per auto naar Ootmarsum gereden. Oma en Opa van den Bos verblijven er een week. Ze zijn er zaterdagmiddag aangekomen. Ze waren erg moe van de rit. Gisteren, zondag 18 mei 1986 zijn ze Ootmarsum ingegaan. Opa zei dat ze 20 jaar geleden in hetzelfde hotel zaten: De Kuiperberg. We kwamen vanmiddag om een uur in het hotel aan. Even gezeten en daarna naar Ootmarsum gelopen. Trimbaan genomen. Daarna terug. Rond de klok van vier uur-half vijf teruggereden. Naar Sassenheim waar we om zes uur begonnen te dineren in 'In de oude tol'. A.s donderdag gaan oma en opa naar Baumberge en Hohe Mark in Duitsland.'