31 december 2006

Achteruitgang in de gezondheid van Jansje van den Bos

In de gezondheidstoestand van Jansje van den Bos-Schaft (87) is een verslechtering opgetreden. Haar algehele conditie is achteruit gegaan ,zo vernam ik uit betrouwbare bron. Nog op tweede kerstdag was de bijna 88-jarige moeder, grootmoeder en overgrootmoeder Van den Bos bij haar dochter Trudy en familie in Leiderdorp om het kerstfeest te vieren. Ze genoot zichtbaar van dit samenzijn, maar het spreken ging uiterst moeizaam. Er werden onder meer nog video-opnamen van Jansje gemaakt, zowel door Trudy als door John. Dit zouden wel eens zeer historische beelden kunnen worden. Vrijdag was haar toestand overigens nog redelijk.

22 december 2006

De 62e geboortedag van Lena Dieuwertje van den Bos-Bavelaar

Vandaag is het 62 jaar geleden dat Lena Dieuwertje van den Bos-Bavelaar aan de Leidse Oranjegracht werd geboren. Het was middenin de hongerwinter, op 22 december 1944. Haar lagere schooltijd beleefde zij aan de Oosterstraatschool in Leiden van 1951 tot 1957. Vervolgens volgde zij lessen aan de MULO. Van 1960 tot 1962 hielp zij haar vader in de kapperszaak in de Trompstraat, waar het gezin vanaf 1946 woonde. In 1962 ging zij bij de Leidsche Onderwijsinstellingen werken, waar zij haar toekomstige man Arie van den Bos leerde kennen, met wie zij op 29 augustus 1963 in het huwelijk trad. Ze werd moeder van een zoon Danny in 1963. Van 1967 tot 1971 woonde ze in de Van der Tasstraat. In april 1971 werd haar tweede zoon Johnny geboren en in juni 1979 overleed haar moeder Anna Bavelaar-van den Eijkel. In september 1984 ging haar vader heen. Lena Dieuwertje overleed op 27 november 1997. Ze was nog geen 53 jaar oud.

13 december 2006

Bejaarden- en ouderenzorg

Is Jansje van den Bos-Schaft nu aangewezen op verpleeghuis- en bejaardenzorg, ook in het verleden zijn leden van de familie Van den Bos opgenomen geweest in inrichtingen voor ouderenzorg.Zo was de in 1770 geboren Jan van den Bos in 1843 (hij was toen 73 jaar) woonachtig in de Kaarsenmakersstraat. Daar was het Minnehuis gevestigd. De Nederlands-hervormde gemeente -de toenmalige staatskerk in Nederland- was eigenaar van het pand. Het was dus niet duidelijk of de gemeente Leiden of de diaconie eigenaar was. De gemeenteraad benoemde alle regenten, waarvan de helft diakenen. Zowel de gemeente als de kerk claimde het eigendomsrecht van de bezittingen.Dat Jan van den Bos(1770-na 1850) in het Minnehuis was opgenomen, betekende dat hij voor zijn oude dag een beroep moest doen op de armenzorg, in dit geval verzorgd door de hervormde diaconie. Ook Geertruida van den Bos-Nievaart(1899-1992) heeft op het eind van haar leven kort in de Kaarsenmakersstraat gewoond. Zij was ook hervormd.

7 december 2006

Stabilisatie gezondheidstoestand Jansje van den Bos

In de gezondheidstoestand van Jansje van den Bos-Schaft(87) treedt een zekere stabilisatie op. Vergeleken met enkele weken geleden gaat het praten al stukken beter. Maar gevraagd naar hoe zij zelf haar situatie inschatte, kon zij geen echt duidelijk antwoord geven. Gisteravond kreeg Jansje bezoek van haar zoon, schoondochter en kleinzoon. Jansje is niet gelukkig met haar verblijf in het verpleeghuis en zegt dan soms:" Uit de brand!" Het blijft dus allemaal nog steeds afwachten. Over minder dan een maand, op 5 januari 2007, hoopt Jansje 88 jaar te worden.

2 december 2006

De geboorte van Tim Daniel Johannes van den Bos op 27 maart 2005

Op zondag 27 maart 2005, eerste Paasdag 2005, is Tim Daniel Johannes van den Bos geboren, zoon van John van den Bos en Brigitte Vlieland. Tim werd om tien over half zeven in de avond geboren. Op dinsdag 29 maart 2005 schreef ik John en Brigitte de volgende mail: Hallo John en Brigitte, Tim is de 12e, bij naam bekende stamhouder Van den Bos. Er wordt een traditie voortgezet sinds ca. 1630. Pieter van den Bos/Bourdeauducq ca. 1630 Jacobus van den Bos 1658 Johannes van den Bos 1700 Johannes van den Bos 1744 Johannes van den Bos 1770 Johannes van den Bos 1814 Denijs van den Bos 1859 Denijs van den Bos 1896 Denijs van den Bos 1918 Arie van den Bos 1945 Johannes Johnny van den Bos 1971 Tim Daniel Johannes van den Bos 2005 Twaalf generaties Van den Bos omspannen een periode van bijna 400 jaar familiegeschiedenis. De gemiddelde leeftijd waarop de stamhouders vader(van een zoon) werden, is dus ruim 33 jaar en laat dat nu net nog de leeftijd van jou zijn, John.

29 november 2006

De trouwdag van John van den Bos en Brigitte Vlieland op vrijdag 7 mei 2004

Op vrijdag 7 mei 2004 zijn John van den Bos en Brigitte Vlieland in het huwelijk getreden. Op zaterdag 8 mei 2004 schreef ik het volgende in mijn dagboek: Gisteren om kwart voor drie gehaald door mijn vader. Het regende. Om half vijf gingen we op weg naar oma. Daar kwamen we rond kwart voor vijf aan, maar oma wilde niet mee om te eten. Oma zou om kwart over acht op het stadhuis zijn. Om half zes kwamen we aan in het Koetshuis, eigenlijk al iets eerder. Gesproken met Rob en Sabine die in Londen waren geweest. Spoedig kwamen de anderen; Marco, Axel enz. enz. Joffrey kwam als een der eersten. Hij was samen met Axel getuige voor John. Rond zes uur gedineerd-half zeven, cappachio van ossenhaas en tournedos met pommes frites. De fotograaf kwam met John en Brigitte binnen; Ze hadden foto's gemaakt in kasteel Duivenvoorde met Suus en Silvana. Daarna rond acht uur naar het stadhuis gelopen met paraplu. Daar zag ik vele bekenden. Rond tien voor half negen werden mevrouw Vlieland, Oma, Pa en Cock opgeroepen om in de trouwzaal plaats te nemen. De ambtenaar van de burgerlijke stand was al aanwezig en ook werd er gezongen door twee zangeressen. Toepasselijke muziek. Rond negen uur gingen we weer naar het Koetshuis.

21 november 2006

Het huwelijk van Arie van den Bos en Cock Janssen op 27 februari 2004

Op vrijdag 27 februari 2004 zijn Arie van den Bos en Cornelia Janssen met elkaar in het huwelijk getreden. Het was het 16e huwelijk sinds 1656 van een stamhouder Van den Bos. I Pieter Bordoduijck(ca. 1630) ondertrouw 12-5-1656 Elisabeth Hannotteel ondertrouw 9-12-1667 Rebecca Buque II Jacobus Bordoduijck(1658) ondertrouw 15-3-1681 Judith Jans Kasteel III Johannes van den Bos(1700) ondertrouw 28-10-1719 Anna Thijsse ondertrouw 1-4-1724 Sara van der Starre ondertrouw 17-11-1730 Susanna Teijn 1738 Lena van der Burg IV Jan van den Bos(1744) 1766 Adriaantje van der Velden ondertrouw 6-2-1784 Jannetje Velling V Jan van den Bos(1770) 1797 Maria Taverne VI Jan van den Bos(1814) ondertrouw 18-12-1837 gehuwd op 11-1-1838 Jannetje Isabella van Heusden VII Denijs van den Bos(1859) gehuwd op 30-11-1881 Susanna van Royen VIII Denijs van den Bos(1896) gehuwd op 24-10-1917 Geertruida Nievaart IX Denijs van den Bos(1918) gehuwd op 5-8-1942 Jansje Schaft X Arie van den Bos (1945) gehuwd op 29-8-1963 Lena Dieuwertje Bavelaar gehuwd op 27-2-2004 Cornelia Janssen

15 november 2006

Geleidelijke verbetering gezondheidstoestand Jansje van den Bos(87)

In de gezondheidstoestand van Jansje van den Bos tekent zich een geleidelijke verbetering af. Wel heeft zij nog veel pijn en last van haar gebroken been en ook het praten -hoe graag zij dit ook zou willen- gaat nog moeizaam. Toch mogen we niet al te pessimistisch zijn. Er is sprake van herstel en de komende week zal cruciaal zijn in dit verband. Vandaag is Tim weer bij zijn overgrootmoeder geweest. Suus verbleef op de peuterspeelzaal.

13 november 2006

De geboorte van Susanna Dieuwertje van den Bos op 8 april 2003

Op 8 april 2003 werd Susanna Dieuwertje van den Bos geboren, dochter van Brigitte van den Bos-Vlieland en John van den Bos. Op zaterdag 12 april 2003 schreef ik John de volgende mail: Hallo John, Ik ben nog eens in de familiegeschiedenis gedoken. De naam Susanna komt vaker voor in onze familie. De in 1700 geboren Jan van den Bos huwde in november 1730 met Susanna Teijn. Uit dit huwelijk werd in 1733 Santje geboren. Uit het huwelijk van Jan van den Bos (1744) en Adriaantje van der Velden werd in 1772 Santje geboren. Zij werd op 18 november 1772 in de Pieterskerk gedoopt. In later tijd komt de naam Susanna ook voor in onze familiegeschiedenis. In november 1881 huwde Denijs van den Bos met Susanna van Rooijen. Dochter van overgrootouders Van den Bos werd op 12 juni 1922 geboren onder de naam Susanna. Ook dit beschouw ik als een leuke bijkomstigheid van de door jullie gekozen naam Susanna.

10 november 2006

De gezondheidstoestand van Jansje van den Bos-Schaft (87)

De gezondheidstoestand van Jansje van den Bos is uiterst broos momenteel. Nadat ze begin deze week gevallen was in haar kamer in Groenhoven en een gebroken been had opgelopen, werd ze dinsdagavond 7 november in het Rijnland ziekenhuis in Leiderdorp opgenomen. Woensdag werd ze geopereerd. Na een eerste herstel, trof haar donderdag echter een herseninfarct of beroerte en moesten we opnieuw dit jaar vrezen voor haar leven. Vandaag was de verpleegster voorzichtig optimistisch over haar toestand. Gisteren kon ze nog niet slikken, maar dat gaat vandaag al weer stukken beter. Ook reageerde de bijna 88-jarige Jansje blij op het ziekenbezoek van haar achterkleinkinderen Tim en Suus vrijdagmiddag na twaalf uur. Het is nu afwachten of dit prille herstel doorzet. Er is een begin gemaakt met therapie en logopedie. De zieke mag haar bed verlaten.

5 november 2006

De millenniumwisseling 1999-2000 in Noorwegen

De millenniumwisseling beleefden we met de familie Eling-Hillebrand in Noorwegen. In 1998 heeft Arie van den Bos kennis gemaakt met Cock Eling-Janssen. In februari 2004 is hij met haar getrouwd. Op dinsdag 28 december 1999 schreef ik het volgende in mijn dagboek: Vanmorgen met Pa, Cock en Manouk naar het zwembad geweest in het Bardola-hotel. Gistermorgen met Manouk, Cora en Pa en Cock naar Geilo met het sleetje. Zondagmiddag in Geilo aangekomen. 's Middags iets gegeten in het plaatsje: pommes frites en een hamburger. Gisteravond lasagna gegeten, dat hebben Cock en Cora klaargemaakt. Zondagavond met Pa, John en Rob naar de plaats gelopen. Ik had mijn sneeuwboots toen niet aan. Vanochtend opnieuw rond 9 uur opgestaan. Met Gerben ben ik gisteravond naar het dorp geweest voor een vuurvaste schaal. Daarin werd de lasagna klaargemaakt. Gistermorgen een Noorse krant gekocht. Verder even geen nieuws. Ik heb de afgelopen dagen niet goed geslapen. Afgelopen zondagavond hadden we kaasfondue. Vanmorgen zijn John en ik naar het dorpje gelopen. Daar gekeken of er Nederlandse kranten te koop waren, maar die waren er niet.

31 oktober 2006

De 80e verjaardag van Jansje van den Bos-Schaft op 5 januari 1999

Op 5 januari 1999 vierde Jansje van den Bos-Schaft, sinds 26 maart 1988 weduwe van Denijs van den Bos, haar 80e verjaardag. Die avond werden er onder meer video-opnamen gemaakt in haar woning aan de Leidse Temminckstraat. Op zaterdag 9 januari 1999 werd een diner gegeven in "De woelige baren'' aan het Braassemermeer. Later in de januari-maand 1999 werd een weekend doorgebracht met de'familie in "De Bonte Wever" in Slagharen. Zo werd die januari-maand het feit van de 80e geboortedag van grootmoeder en moeder Jansje herdacht. Ze werd op 5 januari 1919 aan de Leidse Vollersgracht geboren als dochter van Arie Schaft(1893-1980) en Elizabeth Schaft-van Welzen (1894-1973). Zij had twee zusters: Rie en Beb.

24 oktober 2006

Lena Dieuwertje van den Bos-Bavelaar overleden op 27 november 1997

Op 27 november 1997 kwam er een voortijdig einde aan het leven van onze lieve moeder Lena Dieuwertje van den Bos-Bavelaar. Ze was nog geen 53 jaar oud. Op zondag 30 november 1997 schreef ik in mijn dagboek: Ma is afgelopen donderdag rond kwart over vijf 's middags overleden op de leeftijd van 52 jaar. Ze zou op 22 december 53 jaar zijn geworden. Ze had al jarenlang last van een hoge bloeddruk. We zijn sprakeloos, woorden schieten te kort. Gistermiddag naar Soeck geweest op het Levendaal. Ze had een glimlach op haar gezicht en het leek alsof ze tot me sprak: Alles komt weer goed. Maandag 1 december 1997: Vanavond de condoleance gehad bij Soeck. Talloze mensen en enorm veel bloemstukken. Wil van den Eijkel, Tante Annie en Wim jr., Zus en Bram, Joke Overdijk, Jany en Rob Bakker, de buren enz. enz. Dinsdag 2 december 1997: Vandaag wordt Ma begraven. Het is verschrikkelijk. Veel te jong werd ze van ons weggenomen. Vanochtend zijn Pa en ik naar de Centra gegaan om inkopen te doen. Eerst hadden we oma nog opgehaald. Verder geen nieuws.

18 oktober 2006

Huis Doorn bezocht op zaterdag 29 juni 1996

Op zaterdag 29 juni 1996 bezochten Pa, Ma en ik Huis Doorn, de residentie van de ex-keizer van Duitsland: Kaiser Wilhelm II. Ik schreef die dag het volgende in mijn dagboek: Zaterdag 29 juni 1996 Kwart over vier in de middag van 29 juni 1996. We zijn vanochtend na 10 uur vertrokken voor een wandeling naar Doorn (4 km van Maarn). We wilden naar Huis Doorn, de residentie van keizer Wilhelm die slechts 15 km van huis mocht. Rond half een was er een rondleiding van 2 uur. Na 3 uur waren we weer in Maarn- even gewacht op Pa in het centrum van Maarn. Daarna weer naar de supermarkt gegaan, waar we gisteren ook al waren geweest. Voor fl 57,- boodschappen. Inmiddels zijn we terug in de caravan. Het loopt tegen half vijf. Vanmiddag dus kasteel Doorn bezocht- een museum dat al het keizerlijk meubilair herbergt. Verder geen nieuws; John is nog thuis in Leiden. Hij haalt ons a.s. maandagmiddag op.

11 oktober 2006

Ons bezoek aan Brugge en Knokke op 8 augustus 1995

Op 8 augustus 1995 bezochten we de historische plaats Brugge in Belgie, een fantastisch interessante plaats, die onlangs nog door John en Brigitte werd bezocht ter gelegenheid van hun tweejarige huwelijksband. Ik schreef in 1995 onder meer het volgende: Half zes in de middag van 8 augustus 1995. Rond half drie vanmiddag stonden we op het station van Brugge. Geld gewisseld. Gelopen naar Brugge. Onder meer de St- Salvatorekathedraal en de Onze-Lieve-Vrouwe-kerk bezocht. Op de terugweg iets gegeten. Croquet Hawaii en capuccino. Teruggelopen naar de auto die we bij het Hoger Technisch Instituut hadden geparkeerd. Belgische bonbons gekocht en een gekant kleedje. Bij het station een boekje over Brugge gekocht. Het is nu half zes en we willen nog naar Knokke. Kwart over zes-zojuist het strand van Knokke gezien. Hier onze auto even geparkeerd. Paar foto's genomen. Om half tien waren we weer thuis die dag. Om tien voor zeven zaten we in Zelzate en om zeven uur in Stekene.

3 oktober 2006

Het overlijden van Geertruida van den Bos-Nievaart op 5 augustus 1992

Op 5 augustus 1992, op de kop af 50 jaar na de huwelijksvoltrekking van haar zoon Denijs met Jansje Schaft, overleed op 93-jarige leeftijd Geertruida van den Bos-Nievaart. Ik schreef die dag in mijn dagboek: Ma werd vanavond door Oma van den Bos(73) gebeld. Overgrootmoeder Van den Bos is vanmiddag op 93-jarige leeftijd overleden. Ze zou onverwachts niet goed zijn geworden. Tante Leen is ook overleden vandaag. Zo ben ik dan vanaf vandaag 5 augustus 1992 niet langer achterkleinzoon. Vandaag is het precies 50 jaar geleden dat Oma en Opa van den Bos in het huwelijk traden. Dat gebeurde op 5 augustus 1942. Op zaterdag 8 augustus 1992 was er de condoleance tussen half zeven en half acht ter gelegenheid van het overlijden van Geertruida. Pa heeft vanochtend met zijn zusters gebeld, meen ik. Van John hebben we vandaag (8 augustus 1992) een kaartje uit Dallas ontvangen, op 1 augustus geschreven. Ze zouden naar een teamsport zijn geweest-druk verkeer. Ze waren een keer aangehouden, gingen 10 mijl te snel. Zondag 9 augustus 1992 Morgen, 10 augustus 1992 wordt overgrootmoeder Van den Bos op de begraafplaats Rhijnhof begraven. Maandag 10 augustus 1992 Half een in de middag. Zodirect wordt overgrootmoeder Van den Bos begraven op de begraafplaats Rhijnhof. Eerst is er een rouwdienst in de Kaarsemakerstraat. Die begint om half twee. Daarna vindt de begrafenis plaats rond kwart voor drie. Overgrootmoeder Van den Bos zou vocht in haar benen hebben gehad. Dat zou Oma (73) hebben gezegd. Tijdens de rouwdienst werd een bijbeltekst uit de brief van Paulus aan de Romeinen aangehaald. Dat was ook de tekst die bij het huwelijk van Geertruida en Denijs in oktober 1917 werd uitgesproken: Wees blij in de hoop, geduldig in de verdrukking, volhardend in het gebed.

25 september 2006

Mijn bezoek aan Sint-Petersburg, Moskou en Kiev in oktober 1990

In oktober 1990 bracht ik een bezoek aan Rusland. Op zondag 14 oktober 1990 schreef ik onder meer in mijn dagboek: Vanmorgen om tien uur -na het ontbijt- vertrokken voor een stadsbezichtiging van Sint-Petersburg. We kregen een Russische gids. Zij was nogal komisch.Als je 15 minuten te laat bent, moet je in je eentje dansen en zingen-de bus is dan al weg. Vanochtend goed ontbeten-goede koffie en wat krentenbrood. Vanmiddag de overweldigende Hermitage bezocht. Je zou er wel 10 jaar in kunnen vertoeven en dan nog niet alles gezien hebben. Je kunt slechts indrukken opdoen; Picasso, Rembrandt, Da Vinci enz. enz. Voorts is er een impressionistische expositie met werken van Gauguin. Ik kocht een reeks foto's bij een verkoper voor 2 dollar. Ik heb van Peter de Grote het dodenmasker gezien en het kostuum uit het begin van de 18e eeuw. Tevens een Delfts blauw bord en chirurgijnsattributen. Peter de Grote beval dat elke man zijn baard moest afscheren, met uitzondering van de geestelijkheid die baardbelasting moest betalen. Vanochtend in de Sint-Izaakskathedraal geweest-diensten worden staande gehouden en kunnen wel drie tot vier uur duren. Het loopt nu tegen kwart over zes in de avond. Rond kwart voor zeven moeten we beneden zijn. Morgenochtend is er om half negen ontbijt en om kwart over negen het vertrek naar Poeskin. Toen we vanmiddag vanaf de Hermitage vertrokken, werd het lied Yesterday gespeeld. Even werd ik aan het denken gebracht.

19 september 2006

Het overlijden van Denijs van den Bos(1918-1988) op 26 maart 1988

Op 26 maart 1988 kwam er een einde aan het leven van Denijs van den Bos. Hij was 70 jaar. Zijn zoon Arie van den Bos sprak tijdens de crematieplechtigheid eind maart 1988 de volgende woorden: Het leven is vreemd, het sterven nog vreemder. Deze gedachte bekroop mij op het moment van overlijden van mijn vader. En in een oogwenk zie je een mensenleven aan je voorbij trekken. Denijs van den Bos is niet meer bij ons. Woorden die alsmaar opdoemen in de brij van gedachten die mij sinds afgelopen zaterdag hebben beziggehouden. De werkelijke pijn moet nog komen, wij allen zijn nog verdoofd. De leegte die mijn vader achterlaat is nog niet tot ons bewustzijn doorgedrongen. Er zijn sinds die fatale dinsdag de 19e mei 1987, het begin van zijn langdurig ziekbed, momenten geweest waarop we de moed hadden opgegeven en dachten dat zijn einde spoedig daar zou zijn. Ons vertrouwen werd keer op keer op de proef gesteld, maar telkens weer bracht hij de kracht op om door te gaan, voor zijn vrouw, zijn moeder, kinderen en kleinkinderen, voor ons allen. Hij was een sterk en oprecht man die samen met zijn vrouw een strijd leverde die geen mens kan winnen. De kracht waarmee hij vocht, de geestkracht die hem eigen was, heeft hij gedurende zijn werkzaam leven voortdurend gepoogd op anderen over te dragen. Flarden van herinneringen rijgen zich aaneen, woorden, zinnen die hij ons voorhield toen duidelijk was geworden dat zijn einde onafwendbaar was , komen in een ander licht te staan. Zichzelf en anderen tot troost te zijn, door tot op het laatst de humor te bewaren, tot het einde toe bezorgd te zijn; Denijs van den Bos is niet meer bij ons. Die woorden zeggen me nog niets, voor mij is het als waren ze uitgesproken in een bodemloze ruimte, hol klinkende klanken die onwerkelijk op je overkomen. Omdat de band die wij gezamenlijk koesterden door de dood heen in stand bleef. Die band is ook niet zomaar te verbreken, daarvoor had de man van wie wij vandaag afscheid nemen hem te sterk gemaakt. Zijn invloed op ons doen en denken is niet gebonden aan tijd. Die kracht reikt verder dan zijn leven, verder dan zijn dood. Laat dat ons een troost zijn. Ik eindig met een gedicht van Hoornik: Toen gebeurde het op een heuvel Waar ik even geslapen had Beneden mij in het zonlicht Lag de baai met de blinkende stad 't Was middag, de wind was gaan liggen Een hunkering trok door mij heen Die me haastig adem deed halen Want zij scheurde me bijna uiteen Op dat ogenblik zag ik de doden Tussen de pijnbomen gaan Ik wist dat wat ze daar droegen Met mij had uit te staan Binnenkort zal ik het weten Hoe het achter die heuvel is Waar pijnbomen in een kring staan En ik even heb uitgerust

15 september 2006

Het bezoek van Nijs, Arie en Danny aan Londen in januari 1985

Eind januari 1985 bezochten Denijs(sr.), Arie en Denijs van den Bos(jr) de Britse hoofdstad. Op vrijdag 25 januari 1985 schreef ik het volgende: Het is vrijdagavond 25 januari 1985. Ik schrijf dit op een kamer in een Londens hotel: het Plaza hotel, Princess Square. Met de Olau-lijn vertrokken we om twaalf uur vanmiddag (Nederlandse tijd) vanuit Vlissingen. Om zeven uur vanavond zijn we in Sheerness aangekomen. Het was toen zes uur Engelse tijd. De tocht over de Noordzee was toch een belevenis-golven werden hoger, windkracht 8 had iemand ons verteld. Vanmorgen stond ik om zes uur op. Rond de klok van half zeven vertrokken dhr. Van Mourik, Opa, Pa en ik naar katwijk, waar de bus al klaarstond. Precies twee minuten over zeven vertrok de bus vanuit Katwijk. We kwamen rond half tien in Vlissingen aan. Daar rond de klok van tien uur door de douane. De enorme boot bekeken. Er was werkelijk van alles: bioscoop, restaurant, cafetaria, zwembad, 8 verdiepingen hoog. Toen de boot eindelijk vertrok om twaalf uur zaten we nog boven. Later zijn we naar beneden gegaan. Daar dronken we wat, ik nam een tonic. Opa at een goulash-soep. Na vier uur 's middags aten we een pepper-steak, heerlijk was dat. De chauffeur kwam bij ons zitten, een Amsterdammer. Morgen gaan we om half tien met de bus door Londen. We zullen dan onder meer de 'Tower' bezoeken.

10 september 2006

Ons bezoek aan Wenen in juli 1983

In juli 1983 hebben we Wenen bezocht. Op donderdag 28 juli 1983 schreef ik in mijn dagboek het volgende: Vandaag zijn we dan eindelijk naar Slot Schonbrunn geweest. Eerst zijn we door de tuin gewandeld, een werkelijk zeer prachtig aangelegde tuin (zie video en boekje) Daarna zijn we iets gaan drinken in het nabij Schonbrunn gelegen cafe-restaurant. We namen cola, mineraalwater enz. Maar we waren er nog niet klaar. We wilden het slot van binnen bekijken en dus kochten we kaartjes. Het was een belevenis de zalen en salons te zien. Zo zagen we onder meer de balzaal, waar men tijdens het Wener Congres in 1815 walste. In 1962, op 21 mei bezocht Koningin Juliana het slot. Na ons bezoek aan het slot brachten we per metro de video terug naar de auto in Ober St. Veit, meen ik. Daar kochten we wat blikjes in een zaakje tegen de dorst. Daarna zijn we per metro naar het hart van Wenen gereden en zagen we de St. Stephansdom. Daar in de buurt boekten we onze Donautour voor morgen. Een boottocht door Oostenrijk, Tsjechoslowakije en Hongarije. Vanmiddag zijn we in het oude stadscentrum van Wenen geweest bij de Stephansdom, de Mariahilferstrasse en de Kartnerstrasse. Later op de dag, tegen kwart voor zes, zijn we toen weer per metro richting onze auto gegaan. Vanavond hebben we weer heerlijk gegeten in Pension Penninger. John nam cevapcici, mama goulash en Pa en ik een Holsteinschnitzel.

8 september 2006

Het hartinfarct van Denijs van den Bos(1918-1988) op 16 april 1981

Op donderdag 16 april 1981 kreeg Denijs van den Bos, echtgenoot van Jansje van den Bos-Schaft, een hartinfarct. Ik schreef die donderdag het volgende in mijn dagboek: Hedenmiddag om 13.00 uur heeft grootvader Denijs van den Bos een hartinfarct gekregen. Om ca. 12.00 uur was hij nog in d estad om verf te kopen; De douchecel zou geverfd worden. Van mevrouw Van den Berg kregen we te horen dat hij na thuis gekomen te zijn de luxaflex omhoog had gedaan en voor de tafel was gaan zitten.Toen hij zich onwel was gaan voelen, is hij naar de familie Van den Berg gegaan. Daar aangekomen vertelde hij dat hij zich niet goed voelde. Dat was ca. 12.30 uur. Oma, die in de tuin bij ons bezig was, werd aan de telefoon geroepen en moest direct naar huis. Samen met mijn vader ging ze naar huis. Inmiddels was dokter Klaassen ook al gebeld en hij constateerde een hartinfarct. Het eigenlijke hartinfarct vond om 13.00 uur plaats. Even is grootvader Denijs van den Bos buiten bewustzijn geweest. Hij vertelde dat hij graag in zijn eigen huis d edokter wenste te ontvangen, maar dat ging niet door. Om 13.30 uur lag hij op de hartbewaking van het Elizabeth Ziekenhuis. Mijn moeder, die geen rust had, belde om ca. 15.00 uur mevrouw Van den Berg op, die het verhaal uit de doeken deed. Ze vertelde dat de eerste drie dagen de meest kritieke dagen zijn. Na verteld te hebben dat hij naar zijn hart greep en op een angstige manier adem haalde, werd het telefonisch onderhoud beeindigd.Even later belde mijn vader, die zei dat de situatie uiterst kritiek was. Oma mocht onder geen beding weg uit het ziekenhuis.

5 september 2006

Zomervakantie 1976 in Slovenie

In de zomer van 1976 zijn we met de bijna voltallige familie naar Portoroz in Slovenie geweest. Op zaterdag 3 juli 1976 vertrokken we; Ik schreef toen het volgende in mijn dagboek: We gingen vanmiddag om 13.00 uur bij tante Betty vandaan. Eenmaal bij de Duitse grens aangekomen, bij het plaatsje Elten, gingen we onze auto even uit. We hoefden onze passen niet te laten zien. We rijden nu in Kassel en het is 18.45 uur. We hebben al 422 km gereden. We gaan nu even een restaurant zoeken. In Oberhausen hebben we getankt. Het is nu 18.50 uur en we zien al aardig wat bergen. We hebben een prachtig uitzicht en het is ongeveer 30 graden Celsius. Johnny drinkt een bekertje seven-up. Het is nu half drie in de nacht en we staan op een parkeerplaats even uit te rusten. In de auto hebben we heel weinig geslapen. Kwart over drie gaan we weer rijden. Dan gaan we richting Munchen.Om kwart voor drie wordt het al weer wat lichter. Zondag 4 juli 1976 We gingen vanochtend om half vier weg. Toen we om zeven uur Oostenrijk binnenkwamen, gingen we eerst nog even naar een Rastplatz. Het was erg mooi in Oostenrijk. Het is nu 11.55 uur en we staan aan de Joegoslavische grens. We gingen over de Wuerzenpas, die was 18 %. Toen de auto's de grens over waren, was Oom Fer aan de beurt. Hij liet zijn pas zien, maar die was een maand verlopen, dus mocht hij de grens niet over. Toen hebben we maar besloten om tante Betty en oom Fer bij de grens te laten en dat wij met tante Trudy door naar Portoroz zouden rijden. Toen we de files achter de rug hadden, stonden we om half vijf bij Koper. Daar stonden Opa en Oom Jan ons op te wachten. We waren om zes uur ongeveer in Portoroz. Ik ben om kwart over zeven naar bed gegaan. Johnny brak een glas.

31 augustus 2006

Lena Dieuwertje over de ziekenhuisopname van haar man Arie in oktober 1966

In oktober 1966 kwam Arie van den Bos comateus in het ziekenhuis. In 1988 sprak Lena Dieuwertje van den Bos-Bavelaar de volgende woorden over de coma van haar man: " 's Morgens om half acht zei mijn vader: ''Joh Leny", hij riep ons. Hij was ziek een week tevoren;'s Woensdagsavonds zat hij nog naar een film te kijken of een voetbalwedstrijd en daarna had je nog een film. Toen zei hij: "Ik ga naar bed. Mijn vader en moeder gingen naar bed, ik ging naar bed. Hij zei: "Ik blijf nog even kijken; Donderdagochtend, mijn vader zegt: ''Joh, Aad , naar werk", hij werd niet wakker en ik zag het ook en wij schudden aan het bed. Nee. Nou ja, meteen als de duvel natuurlijk de dokter erbij gehaald; De zenuwen hadden we; Ja, want ik denk, die komt niet meer bij, die is levend dood. Dus ik liep in mijn duster naar d eoverkant. We hadden toen nog geen telefoon natuurlijk. Naar de buren, meteen de dokter gebeld. Nou, de dokter kwam gauw en hij stelde de diagnose. Hij spuugde alleen hier bruin. Toen schrok ik, ik dacht dat het bloed was, maar dat was koffie en van je hoofd ga je braken. Dokter Postel zei: ''Het kan nog goed komen, hij is niet verlamd." Hij voelde aan zijn armen. Dat was al een redding; Neem die doek mee, want we hadden meteen een handdoek gepakt, omdat hij misselijk was. Meteen de ziekenauto erbij. Hoe gauw het ging weet ik niet. Dus ik zat om half negen op het ziekenhuis. Het Academisch, neurologie. Nou, dat is een nare afdeling. "Wat is er gebeurd?"Ik zeg:" zo en zo." ''Heeft je man iets bijzonders gegeten? Ik zeg: "Ik zou niet weten wat." Gelijk naar de ogen gekeken." Heeft hij last van hoofdpijn?" Ik zeg:"Nou, hij heeft inderdaad veel last van hoofdpijn." Nou,onderzoeken he. Nou, de hele dag ben ik gebleven. Ik heb toch nog zijn ouders gewaarschuwd; zijn vader opgebeld, die kwam gelijk van werk. Nou, de zaak nog wat gebeld. Ja, ik denk, ik moet toch wat. Toen kwam zijn vader gelijk 's morgens om half elf en ja, we bleven. Ik zeg: ''Moet ik 's nachts blijven?" Nee, dat hoefde niet. Het was niet zo gevaarlijk. De andere morgen ga ik er gelijk weer heen. Ik belde op; Ik zeg:"Hoe is het?" Nou het gaat wel. Ik kom 's morgens om elf uur en hij zat zo rechtop in zijn bed. Net of er niets aan de hand was."

26 augustus 2006

Gezondheidstoestand Jansje van den Bos-Schaft (1919)

De gezondheidstoestand van Jansje van den Bos-Schaft, geboren aan de Leidse Vollersgracht op 5 januari 1919 als dochter van Arie Schaft (1893-1980) en Elizabeth Schaft-van Welzen(1894-1973), laat nog altijd te wensen over. Nadat ze afgelopen 29 juni 2006 een hartstilstand had gekregen tijdens een galsteenoperatie in het Leiderdorpse Rijnlandziekenhuis en gereanimeerd was, leek ze na een aanvankelijke terugslag -ze moest na een dag op zaal weer naar de hartbewaking -vrij goed te herstellen. Eind juli mocht ze het Rijnlandziekenhuis verlaten. De laatste tijd ging het redelijk met haar, maar gisteren kwam het bericht dat ze opnieuw een crisis doormaakt wat betreft haar gezondheid. Zo zou ze enorm trillen en voelt ze zich nog altijd niet goed. Op de vraag of ze veel pijn had, antwoordde ze ontkennend. Jansje van den Bos, weduwe van de in 1988 overleden Denijs van den Bos, hoopt op 5 januari 2007 haar 88e verjaardag te vieren.

24 augustus 2006

De huwelijksdag van Arie van den Bos en Lena Dieuwertje Bavelaar: 29 augustus 1963

A.s. dinsdag, 29 augustus 2006, is het precies 43 jaar geleden dat Arie van den Bos(1945) en Lena Dieuwertje Bavelaar(1944-1997) elkaar het ja-woord gaven op het Leidse stadhuis. Ze trouwden ook voor de kerk. Door het overlijden van Lena Dieuwertje op 27 november 1997 kwam er een voortijdig einde aan dit huwelijk. Arie van den Bos hertrouwde op 27 februari 2004 met Cock Janssen. De huwelijksakte van Arie en Lena Dieuwertje luidde als volgt: Heden, negenentwintig augustus negentienhonderd drieeenzestig verschenen voor mij, ambtenaar van de burgerlijke stand van LEIDEN ten einde een huwelijk aan te gaan: Van den Bos, Arie, oud achttien jaar, kantoorbediende, geboren en wonende te Leiden, minderjarige zoon van: Van den Bos, Denijs, oud vijfenveertig jaar, rijksambtenaar en van Schaft, Jansje, oud vierenveertig jaar, zonder beroep, beiden wonende te Leiden, alhier tegenwoordig en toestemmende en Bavelaar, Lena Dieuwertje, oud achttien jaar, kantoorbediende, geboren en wonende te Leiden, minderjarige dochter van: Bavelaar, Johannes, oud drieenzestig jaar, herenkapper en van Van den Eijkel, Anna, oud drieenvijftig jaar, zonder beroep, beiden wonende te Leiden, alhier tegenwoordig en toestemmende De afkondiging van dit huwelijk is geschied te Leiden. Bruidegom en bruid verklaarden elkander aan te nemen tot echtgenoten en getrouwelijk alle plichten te zullen vervullen, welke door de wet aan de huwelijkse staat verbonden zijn. Daarop heb ik, in naam der wet, uitspraak gedaan dat zij door de echt aan elkander zijn verbonden. Als getuigen waren tegenwoordig: Van den Bos, Denijs, oud zesenzestig jaar, fruithandelaar, grootvader van de bruidegom, wonende te Leiden en Schaft, Arie, oud zeventig jaar, metselaar, grootvader van de bruidegom, wonende te Leiden. Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.

15 augustus 2006

Trudy van den Bos aan haar ouders in het voorjaar van 1965

Het was in de mei- of junimaand van 1965 dat ouders Van den Bos naar Oostenrijk reisden voor een vakantie; Dochter Trudy, toen 22 jaar oud, schreef hun de volgende brief: Even een berichtje van ons. Hoe gaat het met jullie, goede reis gehad? Hoe is het weer? Hier gaat het best wel. Jullie hebben zeker ook wel van dat ongeluk gehoord bij Innsbruck met die bus, erg he? Nu, hier gaat alles goed. Betty kreeg maandagavond een vreselijk oog, helemaal dik en dicht, om +- 10 uur werd het paars-rood, verschrikkelijk raar gezicht en natuurlijk een pleister op haar wenkbrauw. Ze vond de spuitjes van de verdoving het ergst, maar verder heeft ze niets gevoeld. Ze zijn toch nog een half uur met haar bezig geweest. Oma Schaft kwam 's middags en 's avonds kwam tante Rie nog even horen, dus ze had wel belangstelling. NU is het natuurlijk nog pijnlijk, maar de dikte wordt nu iets minder. Maandagochtend kwam Aad ons met te veel kabaal en te veel herrie roepen, gordijnen open, ramen open, nu je weet wel. Leny redt zich prima, 's morgens staat hier alles netjes aan kant en Danny voelt zich prinsheerlijk zoveel aandacht te hebben. Pluis gaat zelfs Danny kopjes lopen geven, dus dat loopt ook al weer los. Het is momenteel disndagavond, morgen gaat de brief dus op de post, schrijven jullie dan wanneer en /of hoe laat jullie thuiskomen?

10 augustus 2006

De jaren vijftig

In de navolgende tijd groeide de welvaart in Nederland. Denijs klom op bij de PTT. Op 1 juli 1950 werd hij monteur, per 3 januari 1955 werd hij bevorderd tot monteur 1e klasse. Vooral gedurende de jaren vijftig en zestig werd de wederopbouw met kracht ter hand genomen. Ook kregen meer en meer mensen de gelegenheid af en toe vakantie te nemen. Het gezin Van den Bos trok er in de jaren vijftig jaarlijks op uit. Men installeerde zich dan in Katwijk, alwaar de tent werd neergezet. Daar genoot men van de vrije natuur en de zee. De kinderen groeiden voorspoedig op en genoten van de jaren in Katwijk. Vader Denijs werkte zich verder op bij de PTT, op 1 september 1959 kwam hij in Alphen te werken en op 1 mei 1960 werd hij chef-monteur. Vervolgens kwam hij op 1 juni 1961 weer naar Leiden. In 1958 bezochten Denijs van den Bos, zijn vrouw Jansje en zijn ouders Denijs van den Bos (1896-1966) en Geertruida van den Bos-Nievaart (1899-1992) de Expo in Brussel. Aan het begin van de jaren zestig werd een bezoek aan Duitsland gebracht.

5 augustus 2006

De huwelijksdag van Jansje en Nijs: 5 augustus 1942

Vandaag is het precies 64 jaar geleden dat Jansje Schaft en Denijs van den Bos in het huwelijk traden. Dat gebeurde op 5 augustus 1942. Van haar ouders kreeg Jansje 400 gulden als huwelijksgeschenk. Ze kocht er een tafel en vier stoelen van: twee gewone stoelen en twee armstoelen. Dat kostte 175 gulden. Van hun beider ouders kregen Janny en Nijs een rood-wit overtrokken veren tweepersoonsbed. Zo bracht het huwelijksfeest - s'ochtends vroeg waren de beiden al getrouwd- enige verlichting in de droefgeestige bezettingstijd. De vreugde was toch al van korte duur, want spoedig na de huwelijksvoltrekking was Denijs genoodzaakt werk te aanvaarden voor de Duitsers in het oosten van het land. Gedurende meer dan twee jaar zouden de jonggehuwden elkaar slechts af en toe zien. Men betrok enige kamers aan de Zijloordkade. In augustus 1967 waren Jansje en Nijs 25 jaar getrouwd. Zoon Arie van den Bos, geboren op 15 mei 1945 en dus 22 jaar oud, hield een speech. Hij zei het volgende:"Mij is de eer te beurt gevallen namens uw kinderen het woord tot u te richten. Het is u bekend dat ik bepaald geen spreker van professie ben. Toch wil ik proberen onder woorden te brengen onze gevoelens van dankbaarheid,ook namens mijn zusters voor al datgene wat u beiden in deze afgelopen 25 jaar voor ons hebt gedaan. En dat is bepaald niet gering. Beter dan wie ook weet uzelf welke moeite en inspanning u zich heeft moeten getroosten om ons datgene te bieden wat in uw vermogen lag. Zulke dingen ontdek je helaas wat laat, maar wij zijn ervan overtuigd dat u beiden begrip op kunt brengen voor die tekortkoming onzerzijds. Daarom, lieve ouders, verheugt het mij dat ik de tolk mag zijn, zowel van uw kinderen en kleinkind, uw verdere familie en al uw kennissen hier aanwezig, om uiting te geven aan onze blijheid tesamen met u dit heuglijke feit te vieren van uw zilveren huwelijksfeest. Ik wilde graag besluiten met u beiden een lang en gelukkig leven toe te wensen, bovenal in goede gezondheid. En dat dit feest voor u een bekroning mag zijn op deze 25-jarige band. Ik hoop dat het voor ons een onvergetelijke avond wordt die nog lang in onze herinnering mag blijven, u beiden waardig. Lang leve het bruidspaar, hoera!

1 augustus 2006

De hongertochten van Jacques van den Bos gedurende de hongerwinter 1944/1945

Jacques van den Bos,de in 1929 geboren broer van Denijs van den Bos, is gedurende de hongerwinter vijf keer op hongertocht geweest.'' Dat was in 1944/1945",zo zegt ie er zelf over.'' In 1945 is de laatste keer geweest. Toen kwamen we Nijs nog tegen. Dat was aan het einde van de oorlog. Met Nijs ben ik ook een keer weggeweest. Dat was in Noord-Holland en als ik het goed heb was het vanuit Leiden naar de Wieringermeer. In Slotermeer of zo hebben we toen geslapen en daar hebben we aardappelen gekregen. Net voor de kerstdagen kwamen we op 24 december terug. Dat was met Nijs. 's Maandags tevoren waren we weggegaan. Zover als mogelijk heb je toen kerstfeest gevierd, want er was zo goed als niks. Alleen we hadden wel aardappelen. Echt honger hebben we niet gehad . Ik ben vijf keer weggegaan voor aardappelen en wat ik nog meer kon krijgen: tarwe. We zijn ook een keer naar Enschede geweest met Suse. Dat was al in 1945."-aldus Jacques van den Bos die het gezin gedurende de slechte tijd aan het einde van de bezetting de hongerwinter heeft doorgeloodst.

31 juli 2006

Denijs van den Bos(1918-1988) in de jaren dertig

Gedurende het begin van de jaren dertig-de beurskrach van 1929 begon reeds diep in te grijpen in Nederland en de koude winter van 1928/1929 was mede schuldig aan de stadhuisbrand van februari 1929 in Leiden- genoot Denijs van den Bos, op 12 maart 1918 geboren, zijn schoolopleiding aan de in 1883 opgerichte ambachtsschool aan de Leidse Haagweg. Op 16 augustus 1933 behaalde hij zijn zwemdiploma gekleed zwemmen. Susanna van Rooyen, de weduwe van de in 1913 overleden Denijs van den Bos, was na een langdurig ziekbed op 6 december 1932 overleden. Ten behoeve van het onderhoud van haar grafsteen werd jaarlijks ongeveer fl 1,30 betaald door Jansje van den Bos, haar dochter. Zij bezocht in de jaren dertig ook jaarlijks het graf van haar moeder. Gedurende de laatste jaren van haar leven woonde Susanna in de Catharijnenstraat(slaapkamertje met linnenkast en huiskamer). In april 1934 verliet Denijs zijn school, waarna hij in dienst trad bij de firma Ideco aan de Leidse Breestraat. Op 28 februari 1935 begon hij te werken bij een bedrijf voor meubelfournituren in Voorschoten. Daar werkte hij tot september 1936 om op 21 september van hetzelfde jaar weer bij Ideco terug te keren. De winter van 1935/1936 was zacht te noemen. Op 12 april 1937-het hoogtepunt van de depressie was inmiddels bereikt- begon de 19-jarige Denijs zijn werk als elektrisch lasser. Het is het jaar waarin de familie zes weken aan de Oranjegracht woonde tegenover de ouders van moeder Geertruida van den Bos-Nievaart. Na de geboorte van dochter Coby in 1937 kreeg moeder Geertruida nog een dochter: Pieternelletje. Het kind leefde slechts kort, 2-3 augustus 1939. Via de dansschool van Mieremet had Denijs inmiddels kennis gemaakt met een zekere Jansje Schaft, de op 5 januari 1919 geboren dochter van metselaar Arie Schaft en Elisabeth Schaft-van Welzen. Op 28 mei 1939, eerste Pinksterdag, verloofden de beiden zich. Voor die gelegenheid werden verlovingskaartjes gedrukt. Uit latere verhalen is komen vast te staan dat deze vooroorlogse jaren, naast het leed van de vaak diep insnijdende crisis, vooral veel plezier en ontspanning hebben gebracht. Zo werd er veel gefietst, bracht men menig bezoek aan de bioscoop en was er gelegenheid om te dansen. Het moet in deze vooroorlogse jaren geweest zijn dat Janny en Nijs deelnamen aan een danswedstrijd, alwaar een prijs in de wacht werd gesleept bij de muziek van onder meer Malando, de koning van de tango.

26 juli 2006

'Daatje, kom je bij me slapen?'-Geertruida van den Bos-Nievaart over haar jeugd

In 1990 heeft Geertruida van den Bos-Nievaart (1899-1992) verscheidene malen -ook voor video- over haar jeugd gesproken. Zo kon ze haarfijn uit de doeken doen dat ze als kind gedurende 7 weken wegens buiktyphus in de barakken had gelegen. In totaal lag ze 13 weken in het ziekenhuis. Het was in het jaar 1909, juist toen Juliana geboren werd. In oktober 1917 trouwde Geertruida met Denijs van den Bos.'s Ochtends gingen ze naar het stadhuis en later die dag trouwden ze in de Hooglandsche Kerk. Voorganger in de dienst was een zekere ds. Punzelie. Geertruida was hervormd en ze stond er dan ook op dat haar zoon Denijs, in maart 1918 geboren, gedoopt zou worden. Eigenlijk was dat heel gewoon in die tijd. Denijs werd in de Oosterkerk gedoopt. Susanna van den Bos-van Royen, Geertruida's schoonmoeder, kerkte ook altijd in de Oosterkerk, evenals Geertruida's vader. Susanna is 3 1/2 jaar ziek geweest en heeft aan de Hooigracht in het ziekenhuis gelegen. Ze overleed in 1932. Om d ezoveel tijd kreeg ze een pen in haar buik om vocht weg te nemen. Geertruida herinnerde zich nog scherp haar grootouders. Ouders van haar vader waren Opa Hannes en opoe Pleun. Ze woonden aan de Kijfgracht.'Opa Hannes liep met een schillenwagen.Hij was ziekelijk en hij is 90 jaar geworden', zo wist Geertruida zich in 1990 te herinneren. Zij was katholiek. Van moederskant waren er Johannes Beij en Jacoba Sloos.' Hij was een vent als een boom en hij is 73 jaar geworden. Zij werd zelfs 83 jaar ongeveer. In ca. 1915/1916 is Jacoba overleden. Ze woonde in een hofje in de Prinsenstraat en vroeg altijd aan me:'Daatje, kom je bij me slapen?' 'De mensen kwamen niet veel bij elkaar.Ze hadden het allemaal even arm en druk met wortelen schillen en bonen af halen'', aldus Geertruida op 10 juli 1990.

21 juli 2006

'Heet water!'-herinneringen van kleinzoon Arie aan zijn grootvader

Op 1 februari 2005 sprak Arie van den Bos(1945), kleinzoon van Denijs van den Bos en Geertruida van den Bos-Nievaart de volgende woorden over zijn grootvader: ''Ik was erg op hem gesteld. Het was een beste vent. Ik heb hem geholpen op de markt. Toen ik 12 jaar was (ca. 1957) ging ik op de markt staan, tot een jaar of 20. Hij stond daar met groenten en fruit. Mijn opa had een gevleugelde uitspraak. Hij zei altijd: 'Heet water!'- dan kwam hij met een kar aan en hij was altijd in Engeland; mijn opa reed altijd links. Op die handwagen hadden we die kraam liggen. Dat ding nam een vaart van die brug af. Die was natuurlijk nooit meer te houden. Dan was het op een gegeven moment: 'Heet water!'en dan gaf hij een gil en dan sprong iedereen opzij kennelijk. Het was een bovenste beste vent. Nooit heeft ie een vlieg kwaad gedaan. Hij dronk graag een borreltje, maar dat was ook alles ook. Daarover kreeg hij wel eens last met zijn vrouw. Hij ging ook wel naar een kroeg, bijv. op de Lagere Rijndijk. Tussen zijn werk door. Het was natuurlijk koud op die markt. Dan liep ie even naar beneden. Dan ging ie even naar de wc bij cafe De Kroon. En dan zei ie tegen die man:''Zet even een borreltje neer.''-Soms dronk ie iets te veel. Als zijn achterkleinzoon Danny kwam ,kreeg deze een banaantje. Pelde die hem af. Hij is op 11 januari 1966 overleden. Meestal ging ik naar mijn opa op vrijdagavond en dan bleef ik daar slapen. Dan gingen we 's zaterdagsochtends om 5 uur op. OPa ging om 5 uur al weg en ik ging een half uurtje later. Een uur of 8 's avonds was ie weer thuis. Een uur of 6 gingen we de kraam opruimen en die kraam moest naar de Vollersgracht. En de handkar moesten we daarna weer halen. Om half 8 gingen we weer naar huis. Mijn vader (Denijs van den Bos ,12 maart 1918-26 maart 1988)stond er ook 's zaterdags. We stonden op de Hoogstraat. Dat was de vaste standplaats. Daar moest je voor betalen. Maar hij heeft zijn bestaan er altijd in kunnen verdienen."

20 juli 2006

Denijs van den Bos(1896-1966) en Geertruida van den Bos-Nievaart (1899-1992)

De geschiedenis van de familie gedurende de 20e eeuw mag nagenoeg als bekend worden verondersteld. Denijs van den Bos(1896-1966), de latere groenten- en fruithandelaar, groeide op aan het Levendaal. Zijn ouders dreven aan het begin van de eeuw onder meer een water- en vuurwinkeltje. Jongste broer Abraham van den Bos kwam op 25 november 1900 ter wereld. Zuster Jans huwde op 21 juli 1909. Denijs heeft zijn vader niet lang gekend. Deze overleed in het najaar van 1913, nog geen 54 jaar oud. Hij was toen los werkman. Zijn zoon was toen amper 17 jaar oud. Moeder Susanna van Royen, evenals haar man rond 1860 geboren, stond er nu alleen voor en het mag duidelijk zijn dat mede gezien de voedseldistributie ten tijde van de Eerste Wereldoorlog in de jaren 1914-1918 het gezin moeilijke tijden doormaakte. Zoon Denijs was intussen bij het conservenbedrijf van Tieleman en Dros komen te werken, waarna hij in contact was gekomen met een zekere Geertruida Nievaart. Zij was op 2 februari 1899 te Leiden geboren. In oktober 1917 -Denijs vervulde nog zijn miliatire dienstplicht- traden zij in het huwelijk, waarna zij op 12 maart 1918 hun eerste zoon kregen. Geheel in de lijn van de traditie sinds 1859 noemden zij hem Denijs. Het pas gehuwde paar betrok een woning aan de Binnenvestgracht bij moeder Susanna van den Bos. Korte tijd was Denijs (1896) bij een bakker in betrekking. De navolgende jaren twintig verliepen vrij voorspoedig, al trad vanaf 1923 een prijsdaling van agrarische producten in. De Nederlandse economie draaide op volle toeren en de buitenlandse handel groeide fors in de jaren na 1914-1918. Het gezin Van den Bos breidde zich uit-Truus, Annie en Suse werden geboren- en men zag uit naar een grotere woning. Men verhuisde naar een woning aan de Parkstraat, waar de huur f 2,80 per week bedroeg. Na korte tijd aan de Oranjegracht gewoond te hebben rond 1937, verhuisde het gezin aan het einde van de jaren dertig naar de Ringkade. In een interview met het Leidsch Dagblad in februari 1983, vertelde Geertruida van den Bos-Nievaart over deze periode: 'Natuurlijk was het vroeger niet alleen maar rozegeur en maneschijn. We hebben altijd hard gewerkt, samen de kost verdiend. Maar ik ging nooit de deur uit voordat het huis aan kant was. En de kinderen hebben er altijd netjes bijgelopen. Het was geen goeie tijd, maar wel een gezellige tijd.'

14 juli 2006

Armoede in Leiden in de 19e eeuw

In de boekenreeks 'Leiden- de geschiedenis van een Hollandse stad', dat in het begin van de 21e eeuw is verschenen, lezen we onder meer over de armoedige omstandigheden, waarin Leiden in de 19e eeuw verkeerde. Een goot deel van de Leidse bevolking was in de 19e eeuw erg arm, zodat de zorg voor behoeftigen in de stad zeer belangrijk was. In 1816 werden er van de ca. 28.500 inwoners niet minder dan 10.600 bedeeld. In een strenge winter kon dat oplopen tot 15.000, zo lezen we in het derde deel van de serie, dat de jaren 1795-1896 bestrijkt.Gedurende de eerste helft van de negentiende eeuw werd ongeveer 10 procent van de bevolking permanent bedeeld. In de jaren veertig nam het aantal bedeelden vrij plotseling fors toe door de duurte van levensmiddelen wegens misoogsten, epidemieen en het wegvallen van kostwinners. Rond 1850 telde Leiden ruim 36.000 inwoners waarvan zo'n 9 procent permanent werd bedeeld. In 1900 was de bevolking toegenomen tot ca. 54.000 inwoners, waarvan ruim 4 procent afhankelijk was van armenzorg. Dat Maria van den Bos- Taverne in 1827 in het Ceciliagasthuis overleed, betekende dat ook zij was aangewezen op armenzorg. De Van den Bossen werden mogelijk ''van de armen begraven'' in deze jaren. Later raakte men minder afhankelijk van de armenzorg.

8 juli 2006

Denijs van den Bos (1859-1913)

Denijs van den Bos werd op 12 november 1859 geboren en heeft waarschijnlijk in de jaren 1866-1872 op school gezeten. We weten dat hij zijn handtekening kon plaatsen in later jaren, zodat we van enig genoten onderwijs mogen uitgaan. Op 4 februari 1867 overleed zijn vader, mogelijk ten gevolge van de dat jaar 1866/1867 heersende cholera in ons land. Die dag zijn Mattheus den Os, schoonzoon van Jan van den Bos, 32 jaar en wolruimer, wonend aan de Middelste gracht en Willem van Zanen, een bekende van Jan, die rond 1798 was geboren en als sjouwer in de Janvossensteeg woonde, op het gemeentehuis aangifte van het overlijden gaan doen. Jan was 's nachts om een uur overleden in zijn woning aan de Uiterste gracht. Onbekend is hoe de navolgende jaren zeventig van de 19e eeuw voor het gezin Van den Bos zijn verlopen. Mogelijk is Denijs aan het eind van de jaren zeventig in militaire dienst geweest. Hij is in deze tijd in contact gekomen met de Leidse Susanna van Royen, met wie hij op 30 november 1881 's ochtends om 10 uur in het huwelijksbootje stapte. Denijs was sjouwer ten tijde van de huwelijksvoltrekking. In 1882 werd dochter Jannetje Isabella van den Bos geboren, maar zij overleed reeds vrij spoedig op 28 april 1886.Bij monde van zijn dochter Pieternelletje zou Denijs ten tijde van de geboorte van voornoemde dochter-wellicht rond kerstmis 1884- naar zijn baas zijn gestapt om wat melk en een ei. Daarop zou enige onenigheid zijn ontstaan, waarop het mogelijk tot een confrontatie tussen beiden is gekomen. Denijs heeft tal van beroepen uitgeoefend gedurende zijn leven. Hij zou onder meer als sigarenmaker werkzaam zijn geweest, heeft een water- en vuurwinkeltje gehad, hetgeen in de jaren rond 1900 vrij algemeen voorkwam in Leiden. In 1886 werd dochter Marie geboren. Op 7 mei 1888 kwam dochter Jans ter wereld. Susanna van den Bos-van Royen heeft wellicht een aantal miskramen gehad. Uit de verschillende geboorte-aangiften is de verscheidenheid van beroepen van Denijs (1859-1913) af te lezen. Zo is hij in 1886 vormer of modelleur en in 1888 plotseling koopman. Gedurende de jaren 1890-1895 heeft men wellicht een korte periode in Amsterdam gewoond. Bij de geboorte van zijn zoon Denijs in 1896 geeft hij op sjouwer te zijn. Op 15 augustus 1895 komt zoon Jacobus van den Bos ter wereld. Op 16 september 1896 werd zijn zoon Denijs geboren, de latere groenten- en fruithandelaar die het koopmansbloed mogelijk van zijn ouders had geerfd. Toen Denijs ter wereld kwam waren zijn ouders aan het nog ongedempte Levendaal woonachtig. In september 1913 overleed de in november 1859 geboren Denijs van den Bos, nog geen 54 jaar oud.

4 juli 2006

Jan van den Bos(1814-1867)

Jan van den Bos werd in oktober 1814 geboren.In oktober 1829 vierde Jan zijn vijftiende verjaardag. De daarop volgende winter was de strenge winter van 1829-1830. Ons land telde nu zo'n 2,6 miljoen inwoners. Met de volksgezondheid was het nog altijd droevig gesteld. In 1832 stak opnieuw een cholera-epidemie de kop op, maar deze had geen directe gevolgen voor de nog in leven zijnde familieleden. Het moet in de loop van de jaren dertig van de 19e eeuw geweest zijn dat Jan werk vond als kuiper en in contact kwam met Jannetje Isabella van Heusden. Op 18 december 1837 gingen ze in ondertrouw en op 11 januari 1838 traden ze in het huwelijk. Een jaar later werd hun eerste kind geboren, het was een meisje en ze werd vernoemd naar haar in 1827 overleden grootmoeder Maria. We schrijven dan de meimaand van het jaar 1839. Later dat jaar zou een zware storm op 29 november het water in Holland opjagen. Daarbij werd ook Leiden bedreigd door overstroming. Op 26 september 1837 werd in een certificaat van de Nationale Militie melding gemaakt van de inschrijving van Jan van den Bos, geboren op 14 oktober 1814. Aan hem was bij de loting het nummer 79 toegvallen en van de militaire raad, hebbende zitting gehouden in Gouda, had hij voor een jaar vrijstelling gekregen, juist omdat hij beneden de maat was. Zijn lengte bedroeg 1 el, 5 palm en 6 duim. Jan van den Bos (1814-1867) had een ovaal aangezicht, een rond voorhoofd, blauwe ogen, een ronde kin en bruin haar. Hij was niet in staat te schrijven, zodat we kunnen aannemen dat hij tussen 1820 en 1826 weinig of geen schoolopleiding heeft genoten. Gedurende de jaren veertig werd een aantal van Jan's kinderen geboren: 1841 een dood kind,in 1842 een Jan van den Bos die na nog geen 2 maanden al overleed, in 1844 kwam Jannetje Isabella, in 1847 nog een zoon Jan.In de jaren 1850-1859 kwamen nog eens vier kinderen ter wereld: Willem frederik in 1850, Johannes Frederik in 1852, Frederik in 1855 en Denijs in 1859. In 1862 werd Elizabeth geboren. Jan van den Bos overleed in 1867, nog geen 53 jaar oud.

27 juni 2006

Jan van den Bos (1770-na 1850)

In de Rhijnstraat kreeg de in 1744 geboren Jan van den Bos verkering met een mogelijk buurmeisje, Adriaantje van der Velden geheten. Adriaantje woonde hier waarschijnlijk alleen of was wellicht jong weduwe geworden. Haar moeder, de aanstaande schoonmoder van Jan, woonde in elk geval aan de Uiterste gracht. Het was in maart 1766 dat Jan en Adriaantje in het huwelijk traden, in dezelfde periode waarin Willem V als stadhouder werd geinstalleerd. Een jaar later zag dochter Lena van den Bos het levenslicht, gevolgd door de geboorte van zoon Jan in 1770, dochter Santje in 1772, zoon Hannes in 1774, de dochters Lijsje en Adriana in resp. 1776 en 1779, zoon Abraham in 1781 en dochter Catharina in 1783. Waarschijnlijk is dat moeder Adriaantje van den Bos, nog geen veertig jaar oud, in 1783 bij de geboorte van dochter Catharina in het kraambed is overleden. Vrij spoedig na het overlijden van Adriaantje is Jan hertrouwd met een zekere Jannetje Velling. Zoon Jan was veertien jaar toen zijn vader Jan in 1784 hertrouwde. Goed denkbaar is dat de in 1770 geboren Jan van den Bos in de jaren aan het einde van de 18e eeuw niet direct aan werk is kunnen komen. De Leidse lakenindustrie was goeddeels in verval geraakt; produceerde men in 1671 nog 139.000 stuks laken, in 1725 was dit aantal gedaald tot 72.000. In 1775 werd een aantal behaald van 41.000 stuks, terwijl in 1795 het dieptepunt van 29.000 stuks laken werd bereikt. Deze sterke economische terugslag moet heel directe gevolgen hebben gehad voor de werkgelegenheid in Leiden en voor de plaatselijke bevolking in het bijzonder. Jan (1770) huwde in mei 1797 met Maria Taverne. Letterlijk luidde het in het bewaard gebleven trouwboek uit het Leids gemeente-archief: "Jan van den Bos, cassaayend jongman van Leyden, wonende op de Oranjegragt met Jan van den Bos zijn vader, wonende op de Oranjegragt, met Maria Taverne, jongedochter van Leyden, wonende op de Uiterstegragt, met Johanna Kok, haar moeder, wonende op de Uiterstegragt". Na hun huwelijk betrokken de beiden een woning aan de Uiterste gracht, waarna ze begin 1813 naar de Kraaierstraat zijn verhuisd. Zeker is dat Jan rond 1814 als 'beroepsmilitair' in dienst is geweest. Jan diende in het 13e bataljon landmilitie. Dit maakte deel uit van een twintigtal bataljons dat op 18 januari 1814 was opgericht. Het bataljon lag in Den Haag in garnizoen. Op 24 maart 1815 werden de bataljons landmilitie omgedoopt tot bataljons nationale militie, waarbij het 13e bataljon landmilitie het 15e bataljon Nationale Militie werd. De oprichting van de landmilitie hing samen met de herkregen onafhankelijkheid van ons land in november 1813. De sterkte van de landmilitie bedroeg ongeveer 20.000 man. Maria van den Bos-Taverne kwam in 1827 te overlijden. Jan zou tot na 1850 in leven zijn gebleven en is mogelijk over de tachtig geworden.

23 juni 2006

De jaren 1740 en de geboorte van Jan van den Bos in 1744

Vooral op het platteland was in deze jaren de armoede groot. Steden als Haarlem, Leiden, Delft en Gouda vielen door de malaise in de handel, de landbouw en de visserij in inwonertal terug met een kwart (Gouda en Delft), een derde (Leiden) en soms met bijna de helft (Haarlem). In 1742 beviel Lena van een dochter Grietje van den Bos, waarna in 1744 zoon Jan ter wereld kwam, van wie ook Tim en Suus afstammen. Op 6 september 1744 werd Jan gedoopt. In de sociaal-economische omstandigheden trad echter weinig verbetering op. Gedurende het jaar 1744/1745 kwam door de aanhoudende veepest 77% van de Hollandse veestapel te overlijden, waardoor de meeste zuivelproducten opnieuw sterk in prijs stegen. Het zal voor zich spreken dat deze omstandigheden zeker ook gevolgen hadden voor de beschikbaarheid van melk ten behoeve van de nog jonge kinderen van Lena en Jan. In 1748 waren Adrianus en Grietje al niet meer in leven. In de jaren rond 1746 namen de maatschappelijke spanningen toe, ook al vanwege de oprukkende Fransen. Deze spanningen, mede aangewakkerd door de daling van de koopkracht, mondden in 1748 uit in het zogeheten Doelistenoproer, een democratiseringsbeweging die zich fel verzette tegen de regentendictatuur, resulterend in een herstel van het stadhouderschap na het tweede stadhouderloos tijdperk. In 1747 klaagde het smidsgilde van Amsterdam over ' een volstrekte neringloosheid en een gansch gebrek van werk voor sommigen'. De duurte van eetwaren in 1740 en 1741 had de armoede sindsdien zo zeer doen toenemen, dat alleen in het jaar 1746 al de stad Amsterdam f 224.000 had moeten bijpassen 'buiten de gemeene middelen uit der stadskasse'.

19 juni 2006

Jan van den Bos (1700- tweede helft 18e eeuw)

Na het overlijden van zijn vrouw Anna in 1723 (mogelijk wegens kraamvrouwenkoorts), hertrouwde Jan in april 1724 met een zekere Sara van der Starre. Ze gingen in de Vestestraat wonen. Moeder Sara beviel in 1725 van een zoon Jacobus, genoemd naar zijn grootvader. Hij werd op 2 februari van dat jaar gedoopt. In 1727 volgde dochter Sara van den Bos. Zij werd op 26 oktober 1727 in de kerk gedoopt. Over het leven van Jan en Sara in de jaren na 1724 is ons niets overgeleverd. Wel weten we dat Sara rond 1729/1730 moet zijn overleden, aangezien Jan op 17 november 1730 als weduwnaar in ondertrouw gaat met Susanna Teijn. Broer Steven van den Bos is als getuige bij de ondertrouw aanwezig. De beiden nemen hun intrek in een woning aan de Looijerstraat, waarna Susanna Jan opnieuw een aantal kinderen schenkt: Judith van den Bos (gedoopt op 29 mei 1731), Santje van den Bos (gedoopt op 25 februari 1733) en Jan van den Bos (gedoopt op 26 juni 1737). Gezien het feit dat Jan eind 1738 hertrouwde met een zekere Lena van den Burg, mogen we aannemen dat Susanna rond 1737/1738 ten gevolge van een misgeboorte of complicaties bij de geboorte van haar derde kind is overleden. Na zijn tweede huwelijk trok Jan met Lena naar een pand aan de Waartgracht te Leiden. Lena had in de tijd voor haar huwelijk gewoond in de zogeheten Kuijperspoort nabij de Haarlemmerstraat. Jan, inmiddels al geruime tijd als lakenwerker werkzaam en Lena, waarschijnlijk druk doende een huishouden op poten te zetten, kregen in 1739 hun eerste zoon, het zevende kind van Jan: Adrianus van den Bos. Adrianus werd op 20 september 1739 in de Lootskerk aan de Herengracht gedoopt. We kunnen ons voorstellen hoe Jan, Lena en hun zoontje Adrianus de eerste jaren in hun woning aan de Waartgracht moeten hebben doorgebracht. Ze beleefden de barre winter van 1739/1740 en het natte voorjaar en de slechte zomer van 1740, gepaard met opnieuw hoge prijzen en misoogsten, nog verergerd door de Oostenrijkse successie-oorlog in hetzelfde jaar. Ook in Leiden kwam het in 1740 tot hongeroproer, al kwam echte honger hier over het algemeen nauwelijks voor aangezien de textielwerkers hier geld bijeen brachten voor zogeheten 'knechtsbossen', ook om zich te wapenen tegen kosten van ziekte en invaliditeit.

15 juni 2006

Vader Jacobus en moeder Judith in de jaren na 1700

Onduidelijk is hoe het vader Jacobus en moeder Judith van den Bos verder is vergaan in de jaren na 1700. Rond 1720 zouden zij ongeveer 60 jaar oud zijn geweest. Over hun verdere leven is ons niets bekend. Met enige zekerheid kunnen we stellen dat ze aan de Waartgracht, Oranjegracht of Vestestraat hebben gewoond na 1700. Niet uitgesloten moet worden geacht dat ze de kerstvloed van 1717 nog hebben beleefd en de beurskrach van 1720. Judith van den Bos-Kasteel (alias Judith Jans) was op 26 augustus 1719 getuige bij de ondertrouw van haar dochter Lowijsje van den Bos en haar aanstaande schoonzoon Jacob van Delft, een hoedenmaker uit Amsterdam. Judith is dus na 1719 overleden. Jan,de in 1700 geboren zoon van Jacobus en Judith, trad op 28 oktober 1719 in het huwelijksbootje met een zekere Anna Thijsse. Hij was toen als lakenwerker werkzaam en woonachtig in de Vestestraat in Leiden. Of vader Jacobus bij de huwelijksvoltrekking aanwezig was, is ons niet bekend.

10 juni 2006

Jacobus Bordoduijck (1658- begin 18e eeuw)

Jacobus Bordoduijck was de zoon van Pieter Bordoduijck en is op 3 maart 1658 te Leiden in de Waalse kerk gedoopt; Bij de doop was een zekere Isaack Lantel als getuige aanwezig. Jacob was 23 jaar toen hij op 15 maart 1681 in ondertrouw ging met Judith Jans Kasteel, die in Utrecht geboren was. Jacobus en Judith kregen maar liefst 11 kinderen, 6 zoons en 5 dochters: Lijsbeth (1682), Jannetje (1683), Jannetje (1684), Johannes (1686), Magdalena (1689), Pieter (1691), Johannes (1693), Steven (1694), Lowijsje (1699), Johannes (1700) en een Jacobus. Het is onduidelijk welk bereop Jacobus gedurende zijn leven heeft uitgeoefend, waarschijnlijk was ook hij werkzaam in de textielindustrie. Evenmin weten we wanneer hij precies is overleden, maar dit moet in de eerste helft van de 18e eeuw zijn geweest.

7 juni 2006

Gezin en huwelijk

Ofschoon de grootte van de gezinnen van de familie Van den Bos in de 17e eeuw nogal fors was, met name veroorzaakt doordat de mannen vaak hertrouwden en uit opeenvolgende huwelijken kinderen kregen, waren de huishoudens in Nederland opvallend klein te noemen. Het gemiddelde huishouden in een stad als Leiden in het midden van de 18e eeuw bestond uit ca. 3,5 personen; Er waren weinig inwonende verwanten en/of personeel in de Leidse gezinnen; Hoewel er vooral binnen de eigen kring werd getrouwd, was de liefde bij het kiezen van de partner toch het doorslaggevende motief. Na 1750 waren liefde en geluk algemeen geaccepteerde normen voor een goed huwelijk. De kinderen werden in Holland veelal met zachte hand opgevoed.

2 juni 2006

De woonplaatsen van de familie

Over de woonplaatsen van de 17e, 18e en 19e eeuwse Van den Bossen is ons vrij veel bekend geworden uit het veelomvattende archiefmateriaal. Nog in 1719 was de in dat jaar in het huwelijk tredende Jan van den Bos in de Leidse Vestestraat woonachtig. Gezien het feit dat zijn broer Jacobus van den Bos bij zijn huwelijk in 1715 eveneens in de Vestestraat woonde, mogen we aannemen dat de familie hier in het begin van de 18e eeuw heeft gewoond en dat het pand in de Vestestraat gedurende enige tijd als ouderlijke woning heeft dienst gedaan. Mogelijk zijn Jacobus van den Bos en Judith Kasteel hier na hun trouwen in ca. 1680 gaan wonen. Opmerkelijk is dat Jan van den Bos ten tijde van zijn tweede huwelijk met Sara van der Starre in 1724, na de dood van zijn eerste vrouw Anna Thijsse nog altijd in de Vestestraat woonachtig was. Goed mogelijk is dat hij een verderop gelegen pand heeft bewoond, mogelijk in de ouderlijke woning is ingetrokken. Zeker is dat Jan in 1730 met zijn gezin in de Looyerstraat woont. In 1738 woont hij aan de Waartgracht.

30 mei 2006

15e- en 16e Eeuwse verwanten

De oudste vermelding van de familienaam Bourdeauducq of Bourdeauduis gaat terug tot 1449, in welk jaar een zekere Jehenne Bourdeauduis haar testament heeft opgemaakt te Doornik. Weten we uit latere bronnen dat de familie jarenlang in Douchy, in de streek nabij Valenciennes heeft gewoond, de werkelijke oorsprong moet zeker ook in Doornik worden gezocht. Zo heeft in 1452 Pierart de Bourdeauduis zijn testament opgemaakt in Doornik en in 1469 heeft eveneens een Pierart de Bourdeauduis zijn testament opgemaakt in Doornik. In 1486 heeft ene de Bourdeauduis Haquinet in Doornik zijn testament opgemaakt. Uit deze gegevens mogen we opmaken dat de familie enig vermogen bezeten moet hebben in deze tijd. Eind 16e-begin 17e eeuw zouden ze echter door de oorlog zijn verarmd.Tussen 1 oktober 1526 en 30 september 1527 werd een zekere Michel Bourdeauduis te Doornik veroordeeld tot een boete van 10 carolusguldens omdat hij enkele woorden volgens de leer van Luther had gesproken. Hij moet zich tevens op bedevaart begeven naar de Onze-Lieve-Vrouwe-kerk van Halle, met een brandende kaars in zijn hand. Uit latere jaren weten we dat een Jehan Bourdauduc in 1570 wordt vermeld in de Antwerpse poortersboeken. Hij was afkomstig uit Valenchijn (Valenciennes!)In 1584 werd er nog een Pieronnen Bourdeau-dhuy gesignaleerd in Doornik. Een eventueel onderzoek in Doornik wordt bemoeilijkt door het feit dat het archief van Doornik in 1940 tijdens een bombardement volledig is verwoest en in vlammen is opgegaan.

28 mei 2006

Stamvader Pieter (Pierre) Bordoduijck (ca. 1630-eind 17e eeuw)

Pieter Bordoduijck, rond 1630 te Douchy nabij Valenciennes in Henegouwen geboren, is voor 1656 naar Leiden uitgeweken. We weten weinig van zijn jeugd in Douchy. Mogelijk begon hij al vroeg als textielwerker te werken, maar wellicht kon hij moeilijk werk vinden en is hij daarom-mede vanwege de oorlog ook- zijn geluk in Leiden gaan beproeven. Duidelijk is dat hij op 12 mei 1656 te Leiden in ondertrouw ging met Elisabeth Hannotteel uit Artois. Pierre Mahieu, een bekende van Pieter, trad als getuige op bij het huwelijk later dat jaar. Zijn schoonmoeder, Maddeleena Hooreijn, moeder van Elisabeth, trad eveneens als getuige op. Pieter en Elisabeth kregen vijf kinderen: Marie(1657), Jacob (1658), Elisabeth (1659), Jean (1661) en Pierre (1665) Het huwelijk met Elisabeth duurt nog geen elf jaar. Mogelijk komt zij jong te overlijden. Het is in ieder geval zo dat Pieter in 1667 voor de tweede keer in het huwelijksbootje stapt, dan met Rebecca Buque uit Leiden. Pieter krijgt met Rebecca nog eens vijf kinderen: Rebecca (1668), Jehanne (1672), Pierre (1676), Elisabeth (1679) en Judith (1681). De kinderen werden allen waals gedoopt. De positie van de vader als gezinshoofd werd door de kerk duidelijk onderstreept in die tijd.

26 mei 2006

De Zuidnederlandse mentaliteit

De Waalse familie Bordoduijck nam eigen gewoonten, gebruiken en een eigen mentaliteit mee naar Leiden; Rond 1600 was het noorden nogal kleinburgerlijk en provinciaals. De bewoners leefden zonder veel franje en stonden als tamelijk ruw te boek. De zuiderlingen kenden meer allure wat betreft hun levensstijl, gekenmerkt door goede omgangsvormen, zorgvuldig taalgebruik en een subtiele smaak. Hun kleding was kleurrijk. Aanvankelijk vonden de meeste immigranten -we schrijven dan het einde van de 16e eeuw- onderdak als inwoner of zij werden van stadswege in lege kloosters ondergebracht. De middeleeuwse ruimten , maar ook erven en binnenplaatsen werden volgebouwd, waardoor de stad compacter werd. De immigratie, die na 1620 in Leiden over haar top is, blijft ook nadien nog doorgaan. Na 1630 zijn het vooral spinners en wevers uit gebieden als Luik, Gulik en Limburg die worden binnengehaald. In 1665 telt Leiden 72.000 inwoners en is dan na Amsterdam de grootste stad van Holland.

24 mei 2006

Textielarbeiders

De 17e en 18e eeuwse Van den Bossen zijn met name werkzaam geweest als textielarbeiders in de Leidse textielindustrie. Zo was bijv. de broer van Jacobus van den Bos, de in 1661 geboren Jean van den Bos, wolkammer. Zijn halfbroer Pierre, in 1676 geboren, was sajetkammer. (Sajet is getwijnd brei- en stopgaren). Ze werkten vooral thuis, soms dus als wol- of sajetkammer, soms ook anderszins als lakenwerker. In de 18e eeuw vond een overgang plaats van manufacturen naar fabrieksmatige productie. Er was een concentratie van textielwerkers in de manufacturen of 'werkhuizen'; In de loop van de 19e eeuw deed de mechanisatie (stoomkracht) haar intrede. Leiden kende eeuwenlang een grote economische afhankelijkheid van een branche; Vanaf 1670 trad een achteruitgang op in de textielnijverheid. Voor 1880 werd er geen alternatief voor de afhankelijkheid van de textiel gevonden. Rond 1815 werd een absoluut dieptepunt bereikt in het tijdperk van achteruitgang en stagnatie, gepaard aan een sterke bevolkingsafname in Leiden. De Van den Bossen waren toen reeds niet meer in de lakennering werkzaam.

19 mei 2006

De Zuidnederlandse immigratie 1572-1630

Van de hand van dr. J. Briels is in 1978 een zeer lezenswaardig boek verschenen over de Zuidnederlandse immigratie. In het boek beoogt de auteur inzicht te geven in de omvang en invloed van de Zuidnederlandse immigratie die tussen 1572 en 1630 naar Nood-Nederlands plaatsvond. Vooral in 1585, na de val van Antwerpen, vluchtten talloze Zuidnederlandse calvinisten naar het Noorden; Er wordt in het boek meer licht geworpen op de kwestie van de mogelijk totale omvang van de emigratie en op de kwestie van het 'waarom' van de uitwijking. Na 1572 dreef het oorlogsgeweld en de godsdienstpolitiek van de Spanjaard in het zuiden duizenden en duizenden kooplieden, industrielen en dikwijls hoog gekwalificeerde arbeiders over de grenzen van het land. Vast staat dat de leden van de familie Van den Bos of Bordoduijck tot die laatste groep behoorden. Graag kom ik later nog terug op conclusies die juist in dit boek worden getrokken ten aanzien van de daarin vermelde kwesties.

18 mei 2006

Nogmaals de oorsprong

Over de oorsprong van de familie is geleidelijk steeds meer bekend geworden. Zo heettte de familie aanvankelijk , d.z.w. zeker tot na het midden van de 17e eeuw, Bordoduijck of Bourdeauducq en kwam ze uit Douchy (Doesij) in Henegouwen. Daar werd rond 1630 de tot op heden oudst bekende voorvader Pieter Bordoduijck geboren. De familie had zich al eerder aangesloten bij de Waalse kerk. Mogelijk vertrok Pieter om religieuze of economische redenen vanuit Douchy naar het noorden. De na 1635 uitgebroken Frans-Spaanse oorlog heeft hier mogelijk ook een rol in gespeeld. Al in 1581 werden franstalige kerkdiensten voor de franssprekende protestantse immigranten gehouden in de noordelijke Nederlanden. De Waalse gemeenschap maakte een aanzienlijk deel uit van de Leidse bevolking in het begin van de 17e eeuw. De Walen vestigden zich vooral in de oude buurt rondom de Mare in de zogeheten Walenwijk. Daar stond ook de Waalse kerk. In mei 1656 (deze maand dus op de kop af 350 jaar geleden!) ging Pieter Bordoduijck te Leiden in ondertrouw met Elijsabeth Hannotteel (Notte), die uit Artois afkomstig was. Elijsabeth is mogelijk voor 1667 overleden. In 1667 hertrouwde Pieter met Rebecca Buque uit Leiden.

Familie Van den Bos

De geschiedenis van de familie Van den Bos (1200-heden) Op deze site vindt u vanaf heden informatie over de geschiedenis van de familie Van den Bos. Sedert 1990 is onderzoek gedaan naar de herkomst van deze Leidse familie. Oorspronkelijk komt de familie uit Henegouwen en wel uit de streek rond Douchy. De familie was aangesloten bij de Waalse kerk en ook na het vertrek naar Leiden bij deze geloofsgemeente aangesloten. We schrijven dan het begin van de 17e eeuw, de periode waarin Leiden als textielstad een enorme bloei doormaakte. De familie Bordoduyck, zoals ze oorspronkelijk heettte, wist aanvankelijk ook van die bloei te profiteren, al zijn ons geen gegevens bekend over de financiele omstandigheden van de familie in die eerste Leidse jaren. De familie is mogelijk om redenen van oorlog, geloofsvervolging en slechte economische omstandigheden in Henegouwen rond 1640/ 1650 naar Leiden getrokken.