31 juli 2006
Denijs van den Bos(1918-1988) in de jaren dertig
Gedurende het begin van de jaren dertig-de beurskrach van 1929 begon reeds diep in te grijpen in Nederland en de koude winter van 1928/1929 was mede schuldig aan de stadhuisbrand van februari 1929 in Leiden- genoot Denijs van den Bos, op 12 maart 1918 geboren, zijn schoolopleiding aan de in 1883 opgerichte ambachtsschool aan de Leidse Haagweg. Op 16 augustus 1933 behaalde hij zijn zwemdiploma gekleed zwemmen. Susanna van Rooyen, de weduwe van de in 1913 overleden Denijs van den Bos, was na een langdurig ziekbed op 6 december 1932 overleden. Ten behoeve van het onderhoud van haar grafsteen werd jaarlijks ongeveer fl 1,30 betaald door Jansje van den Bos, haar dochter. Zij bezocht in de jaren dertig ook jaarlijks het graf van haar moeder. Gedurende de laatste jaren van haar leven woonde Susanna in de Catharijnenstraat(slaapkamertje met linnenkast en huiskamer). In april 1934 verliet Denijs zijn school, waarna hij in dienst trad bij de firma Ideco aan de Leidse Breestraat. Op 28 februari 1935 begon hij te werken bij een bedrijf voor meubelfournituren in Voorschoten. Daar werkte hij tot september 1936 om op 21 september van hetzelfde jaar weer bij Ideco terug te keren. De winter van 1935/1936 was zacht te noemen. Op 12 april 1937-het hoogtepunt van de depressie was inmiddels bereikt- begon de 19-jarige Denijs zijn werk als elektrisch lasser. Het is het jaar waarin de familie zes weken aan de Oranjegracht woonde tegenover de ouders van moeder Geertruida van den Bos-Nievaart. Na de geboorte van dochter Coby in 1937 kreeg moeder Geertruida nog een dochter: Pieternelletje. Het kind leefde slechts kort, 2-3 augustus 1939. Via de dansschool van Mieremet had Denijs inmiddels kennis gemaakt met een zekere Jansje Schaft, de op 5 januari 1919 geboren dochter van metselaar Arie Schaft en Elisabeth Schaft-van Welzen. Op 28 mei 1939, eerste Pinksterdag, verloofden de beiden zich. Voor die gelegenheid werden verlovingskaartjes gedrukt. Uit latere verhalen is komen vast te staan dat deze vooroorlogse jaren, naast het leed van de vaak diep insnijdende crisis, vooral veel plezier en ontspanning hebben gebracht. Zo werd er veel gefietst, bracht men menig bezoek aan de bioscoop en was er gelegenheid om te dansen. Het moet in deze vooroorlogse jaren geweest zijn dat Janny en Nijs deelnamen aan een danswedstrijd, alwaar een prijs in de wacht werd gesleept bij de muziek van onder meer Malando, de koning van de tango.
26 juli 2006
'Daatje, kom je bij me slapen?'-Geertruida van den Bos-Nievaart over haar jeugd
In 1990 heeft Geertruida van den Bos-Nievaart (1899-1992) verscheidene malen -ook voor video- over haar jeugd gesproken. Zo kon ze haarfijn uit de doeken doen dat ze als kind gedurende 7 weken wegens buiktyphus in de barakken had gelegen. In totaal lag ze 13 weken in het ziekenhuis. Het was in het jaar 1909, juist toen Juliana geboren werd. In oktober 1917 trouwde Geertruida met Denijs van den Bos.'s Ochtends gingen ze naar het stadhuis en later die dag trouwden ze in de Hooglandsche Kerk. Voorganger in de dienst was een zekere ds. Punzelie. Geertruida was hervormd en ze stond er dan ook op dat haar zoon Denijs, in maart 1918 geboren, gedoopt zou worden. Eigenlijk was dat heel gewoon in die tijd. Denijs werd in de Oosterkerk gedoopt. Susanna van den Bos-van Royen, Geertruida's schoonmoeder, kerkte ook altijd in de Oosterkerk, evenals Geertruida's vader. Susanna is 3 1/2 jaar ziek geweest en heeft aan de Hooigracht in het ziekenhuis gelegen. Ze overleed in 1932. Om d ezoveel tijd kreeg ze een pen in haar buik om vocht weg te nemen. Geertruida herinnerde zich nog scherp haar grootouders. Ouders van haar vader waren Opa Hannes en opoe Pleun. Ze woonden aan de Kijfgracht.'Opa Hannes liep met een schillenwagen.Hij was ziekelijk en hij is 90 jaar geworden', zo wist Geertruida zich in 1990 te herinneren. Zij was katholiek. Van moederskant waren er Johannes Beij en Jacoba Sloos.' Hij was een vent als een boom en hij is 73 jaar geworden. Zij werd zelfs 83 jaar ongeveer. In ca. 1915/1916 is Jacoba overleden. Ze woonde in een hofje in de Prinsenstraat en vroeg altijd aan me:'Daatje, kom je bij me slapen?' 'De mensen kwamen niet veel bij elkaar.Ze hadden het allemaal even arm en druk met wortelen schillen en bonen af halen'', aldus Geertruida op 10 juli 1990.
21 juli 2006
'Heet water!'-herinneringen van kleinzoon Arie aan zijn grootvader
Op 1 februari 2005 sprak Arie van den Bos(1945), kleinzoon van Denijs van den Bos en Geertruida van den Bos-Nievaart de volgende woorden over zijn grootvader:
''Ik was erg op hem gesteld. Het was een beste vent. Ik heb hem geholpen op de markt. Toen ik 12 jaar was (ca. 1957) ging ik op de markt staan, tot een jaar of 20. Hij stond daar met groenten en fruit. Mijn opa had een gevleugelde uitspraak. Hij zei altijd: 'Heet water!'- dan kwam hij met een kar aan en hij was altijd in Engeland; mijn opa reed altijd links. Op die handwagen hadden we die kraam liggen. Dat ding nam een vaart van die brug af. Die was natuurlijk nooit meer te houden. Dan was het op een gegeven moment: 'Heet water!'en dan gaf hij een gil en dan sprong iedereen opzij kennelijk. Het was een bovenste beste vent. Nooit heeft ie een vlieg kwaad gedaan. Hij dronk graag een borreltje, maar dat was ook alles ook. Daarover kreeg hij wel eens last met zijn vrouw. Hij ging ook wel naar een kroeg, bijv. op de Lagere Rijndijk. Tussen zijn werk door. Het was natuurlijk koud op die markt. Dan liep ie even naar beneden. Dan ging ie even naar de wc bij cafe De Kroon. En dan zei ie tegen die man:''Zet even een borreltje neer.''-Soms dronk ie iets te veel. Als zijn achterkleinzoon Danny kwam ,kreeg deze een banaantje. Pelde die hem af. Hij is op 11 januari 1966 overleden. Meestal ging ik naar mijn opa op vrijdagavond en dan bleef ik daar slapen. Dan gingen we 's zaterdagsochtends om 5 uur op. OPa ging om 5 uur al weg en ik ging een half uurtje later. Een uur of 8 's avonds was ie weer thuis. Een uur of 6 gingen we de kraam opruimen en die kraam moest naar de Vollersgracht. En de handkar moesten we daarna weer halen. Om half 8 gingen we weer naar huis. Mijn vader (Denijs van den Bos ,12 maart 1918-26 maart 1988)stond er ook 's zaterdags. We stonden op de Hoogstraat. Dat was de vaste standplaats. Daar moest je voor betalen. Maar hij heeft zijn bestaan er altijd in kunnen verdienen."
20 juli 2006
Denijs van den Bos(1896-1966) en Geertruida van den Bos-Nievaart (1899-1992)
De geschiedenis van de familie gedurende de 20e eeuw mag nagenoeg als bekend worden verondersteld. Denijs van den Bos(1896-1966), de latere groenten- en fruithandelaar, groeide op aan het Levendaal. Zijn ouders dreven aan het begin van de eeuw onder meer een water- en vuurwinkeltje. Jongste broer Abraham van den Bos kwam op 25 november 1900 ter wereld. Zuster Jans huwde op 21 juli 1909. Denijs heeft zijn vader niet lang gekend. Deze overleed in het najaar van 1913, nog geen 54 jaar oud. Hij was toen los werkman. Zijn zoon was toen amper 17 jaar oud. Moeder Susanna van Royen, evenals haar man rond 1860 geboren, stond er nu alleen voor en het mag duidelijk zijn dat mede gezien de voedseldistributie ten tijde van de Eerste Wereldoorlog in de jaren 1914-1918 het gezin moeilijke tijden doormaakte. Zoon Denijs was intussen bij het conservenbedrijf van Tieleman en Dros komen te werken, waarna hij in contact was gekomen met een zekere Geertruida Nievaart. Zij was op 2 februari 1899 te Leiden geboren. In oktober 1917 -Denijs vervulde nog zijn miliatire dienstplicht- traden zij in het huwelijk, waarna zij op 12 maart 1918 hun eerste zoon kregen. Geheel in de lijn van de traditie sinds 1859 noemden zij hem Denijs. Het pas gehuwde paar betrok een woning aan de Binnenvestgracht bij moeder Susanna van den Bos. Korte tijd was Denijs (1896) bij een bakker in betrekking. De navolgende jaren twintig verliepen vrij voorspoedig, al trad vanaf 1923 een prijsdaling van agrarische producten in. De Nederlandse economie draaide op volle toeren en de buitenlandse handel groeide fors in de jaren na 1914-1918. Het gezin Van den Bos breidde zich uit-Truus, Annie en Suse werden geboren- en men zag uit naar een grotere woning. Men verhuisde naar een woning aan de Parkstraat, waar de huur f 2,80 per week bedroeg. Na korte tijd aan de Oranjegracht gewoond te hebben rond 1937, verhuisde het gezin aan het einde van de jaren dertig naar de Ringkade. In een interview met het Leidsch Dagblad in februari 1983, vertelde Geertruida van den Bos-Nievaart over deze periode: 'Natuurlijk was het vroeger niet alleen maar rozegeur en maneschijn. We hebben altijd hard gewerkt, samen de kost verdiend. Maar ik ging nooit de deur uit voordat het huis aan kant was. En de kinderen hebben er altijd netjes bijgelopen. Het was geen goeie tijd, maar wel een gezellige tijd.'
14 juli 2006
Armoede in Leiden in de 19e eeuw
In de boekenreeks 'Leiden- de geschiedenis van een Hollandse stad', dat in het begin van de 21e eeuw is verschenen, lezen we onder meer over de armoedige omstandigheden, waarin Leiden in de 19e eeuw verkeerde. Een goot deel van de Leidse bevolking was in de 19e eeuw erg arm, zodat de zorg voor behoeftigen in de stad zeer belangrijk was. In 1816 werden er van de ca. 28.500 inwoners niet minder dan 10.600 bedeeld. In een strenge winter kon dat oplopen tot 15.000, zo lezen we in het derde deel van de serie, dat de jaren 1795-1896 bestrijkt.Gedurende de eerste helft van de negentiende eeuw werd ongeveer 10 procent van de bevolking permanent bedeeld. In de jaren veertig nam het aantal bedeelden vrij plotseling fors toe door de duurte van levensmiddelen wegens misoogsten, epidemieen en het wegvallen van kostwinners. Rond 1850 telde Leiden ruim 36.000 inwoners waarvan zo'n 9 procent permanent werd bedeeld. In 1900 was de bevolking toegenomen tot ca. 54.000 inwoners, waarvan ruim 4 procent afhankelijk was van armenzorg. Dat Maria van den Bos- Taverne in 1827 in het Ceciliagasthuis overleed, betekende dat ook zij was aangewezen op armenzorg. De Van den Bossen werden mogelijk ''van de armen begraven'' in deze jaren. Later raakte men minder afhankelijk van de armenzorg.
8 juli 2006
Denijs van den Bos (1859-1913)
Denijs van den Bos werd op 12 november 1859 geboren en heeft waarschijnlijk in de jaren 1866-1872 op school gezeten. We weten dat hij zijn handtekening kon plaatsen in later jaren, zodat we van enig genoten onderwijs mogen uitgaan. Op 4 februari 1867 overleed zijn vader, mogelijk ten gevolge van de dat jaar 1866/1867 heersende cholera in ons land. Die dag zijn Mattheus den Os, schoonzoon van Jan van den Bos, 32 jaar en wolruimer, wonend aan de Middelste gracht en Willem van Zanen, een bekende van Jan, die rond 1798 was geboren en als sjouwer in de Janvossensteeg woonde, op het gemeentehuis aangifte van het overlijden gaan doen. Jan was 's nachts om een uur overleden in zijn woning aan de Uiterste gracht. Onbekend is hoe de navolgende jaren zeventig van de 19e eeuw voor het gezin Van den Bos zijn verlopen. Mogelijk is Denijs aan het eind van de jaren zeventig in militaire dienst geweest. Hij is in deze tijd in contact gekomen met de Leidse Susanna van Royen, met wie hij op 30 november 1881 's ochtends om 10 uur in het huwelijksbootje stapte. Denijs was sjouwer ten tijde van de huwelijksvoltrekking. In 1882 werd dochter Jannetje Isabella van den Bos geboren, maar zij overleed reeds vrij spoedig op 28 april 1886.Bij monde van zijn dochter Pieternelletje zou Denijs ten tijde van de geboorte van voornoemde dochter-wellicht rond kerstmis 1884- naar zijn baas zijn gestapt om wat melk en een ei. Daarop zou enige onenigheid zijn ontstaan, waarop het mogelijk tot een confrontatie tussen beiden is gekomen. Denijs heeft tal van beroepen uitgeoefend gedurende zijn leven. Hij zou onder meer als sigarenmaker werkzaam zijn geweest, heeft een water- en vuurwinkeltje gehad, hetgeen in de jaren rond 1900 vrij algemeen voorkwam in Leiden. In 1886 werd dochter Marie geboren. Op 7 mei 1888 kwam dochter Jans ter wereld. Susanna van den Bos-van Royen heeft wellicht een aantal miskramen gehad. Uit de verschillende geboorte-aangiften is de verscheidenheid van beroepen van Denijs (1859-1913) af te lezen. Zo is hij in 1886 vormer of modelleur en in 1888 plotseling koopman. Gedurende de jaren 1890-1895 heeft men wellicht een korte periode in Amsterdam gewoond. Bij de geboorte van zijn zoon Denijs in 1896 geeft hij op sjouwer te zijn. Op 15 augustus 1895 komt zoon Jacobus van den Bos ter wereld. Op 16 september 1896 werd zijn zoon Denijs geboren, de latere groenten- en fruithandelaar die het koopmansbloed mogelijk van zijn ouders had geerfd. Toen Denijs ter wereld kwam waren zijn ouders aan het nog ongedempte Levendaal woonachtig. In september 1913 overleed de in november 1859 geboren Denijs van den Bos, nog geen 54 jaar oud.
4 juli 2006
Jan van den Bos(1814-1867)
Jan van den Bos werd in oktober 1814 geboren.In oktober 1829 vierde Jan zijn vijftiende verjaardag. De daarop volgende winter was de strenge winter van 1829-1830. Ons land telde nu zo'n 2,6 miljoen inwoners. Met de volksgezondheid was het nog altijd droevig gesteld. In 1832 stak opnieuw een cholera-epidemie de kop op, maar deze had geen directe gevolgen voor de nog in leven zijnde familieleden. Het moet in de loop van de jaren dertig van de 19e eeuw geweest zijn dat Jan werk vond als kuiper en in contact kwam met Jannetje Isabella van Heusden. Op 18 december 1837 gingen ze in ondertrouw en op 11 januari 1838 traden ze in het huwelijk. Een jaar later werd hun eerste kind geboren, het was een meisje en ze werd vernoemd naar haar in 1827 overleden grootmoeder Maria. We schrijven dan de meimaand van het jaar 1839. Later dat jaar zou een zware storm op 29 november het water in Holland opjagen. Daarbij werd ook Leiden bedreigd door overstroming. Op 26 september 1837 werd in een certificaat van de Nationale Militie melding gemaakt van de inschrijving van Jan van den Bos, geboren op 14 oktober 1814. Aan hem was bij de loting het nummer 79 toegvallen en van de militaire raad, hebbende zitting gehouden in Gouda, had hij voor een jaar vrijstelling gekregen, juist omdat hij beneden de maat was. Zijn lengte bedroeg 1 el, 5 palm en 6 duim. Jan van den Bos (1814-1867) had een ovaal aangezicht, een rond voorhoofd, blauwe ogen, een ronde kin en bruin haar. Hij was niet in staat te schrijven, zodat we kunnen aannemen dat hij tussen 1820 en 1826 weinig of geen schoolopleiding heeft genoten. Gedurende de jaren veertig werd een aantal van Jan's kinderen geboren: 1841 een dood kind,in 1842 een Jan van den Bos die na nog geen 2 maanden al overleed, in 1844 kwam Jannetje Isabella, in 1847 nog een zoon Jan.In de jaren 1850-1859 kwamen nog eens vier kinderen ter wereld: Willem frederik in 1850, Johannes Frederik in 1852, Frederik in 1855 en Denijs in 1859. In 1862 werd Elizabeth geboren. Jan van den Bos overleed in 1867, nog geen 53 jaar oud.
Abonneren op:
Posts (Atom)