25 september 2006

Mijn bezoek aan Sint-Petersburg, Moskou en Kiev in oktober 1990

In oktober 1990 bracht ik een bezoek aan Rusland. Op zondag 14 oktober 1990 schreef ik onder meer in mijn dagboek: Vanmorgen om tien uur -na het ontbijt- vertrokken voor een stadsbezichtiging van Sint-Petersburg. We kregen een Russische gids. Zij was nogal komisch.Als je 15 minuten te laat bent, moet je in je eentje dansen en zingen-de bus is dan al weg. Vanochtend goed ontbeten-goede koffie en wat krentenbrood. Vanmiddag de overweldigende Hermitage bezocht. Je zou er wel 10 jaar in kunnen vertoeven en dan nog niet alles gezien hebben. Je kunt slechts indrukken opdoen; Picasso, Rembrandt, Da Vinci enz. enz. Voorts is er een impressionistische expositie met werken van Gauguin. Ik kocht een reeks foto's bij een verkoper voor 2 dollar. Ik heb van Peter de Grote het dodenmasker gezien en het kostuum uit het begin van de 18e eeuw. Tevens een Delfts blauw bord en chirurgijnsattributen. Peter de Grote beval dat elke man zijn baard moest afscheren, met uitzondering van de geestelijkheid die baardbelasting moest betalen. Vanochtend in de Sint-Izaakskathedraal geweest-diensten worden staande gehouden en kunnen wel drie tot vier uur duren. Het loopt nu tegen kwart over zes in de avond. Rond kwart voor zeven moeten we beneden zijn. Morgenochtend is er om half negen ontbijt en om kwart over negen het vertrek naar Poeskin. Toen we vanmiddag vanaf de Hermitage vertrokken, werd het lied Yesterday gespeeld. Even werd ik aan het denken gebracht.

19 september 2006

Het overlijden van Denijs van den Bos(1918-1988) op 26 maart 1988

Op 26 maart 1988 kwam er een einde aan het leven van Denijs van den Bos. Hij was 70 jaar. Zijn zoon Arie van den Bos sprak tijdens de crematieplechtigheid eind maart 1988 de volgende woorden: Het leven is vreemd, het sterven nog vreemder. Deze gedachte bekroop mij op het moment van overlijden van mijn vader. En in een oogwenk zie je een mensenleven aan je voorbij trekken. Denijs van den Bos is niet meer bij ons. Woorden die alsmaar opdoemen in de brij van gedachten die mij sinds afgelopen zaterdag hebben beziggehouden. De werkelijke pijn moet nog komen, wij allen zijn nog verdoofd. De leegte die mijn vader achterlaat is nog niet tot ons bewustzijn doorgedrongen. Er zijn sinds die fatale dinsdag de 19e mei 1987, het begin van zijn langdurig ziekbed, momenten geweest waarop we de moed hadden opgegeven en dachten dat zijn einde spoedig daar zou zijn. Ons vertrouwen werd keer op keer op de proef gesteld, maar telkens weer bracht hij de kracht op om door te gaan, voor zijn vrouw, zijn moeder, kinderen en kleinkinderen, voor ons allen. Hij was een sterk en oprecht man die samen met zijn vrouw een strijd leverde die geen mens kan winnen. De kracht waarmee hij vocht, de geestkracht die hem eigen was, heeft hij gedurende zijn werkzaam leven voortdurend gepoogd op anderen over te dragen. Flarden van herinneringen rijgen zich aaneen, woorden, zinnen die hij ons voorhield toen duidelijk was geworden dat zijn einde onafwendbaar was , komen in een ander licht te staan. Zichzelf en anderen tot troost te zijn, door tot op het laatst de humor te bewaren, tot het einde toe bezorgd te zijn; Denijs van den Bos is niet meer bij ons. Die woorden zeggen me nog niets, voor mij is het als waren ze uitgesproken in een bodemloze ruimte, hol klinkende klanken die onwerkelijk op je overkomen. Omdat de band die wij gezamenlijk koesterden door de dood heen in stand bleef. Die band is ook niet zomaar te verbreken, daarvoor had de man van wie wij vandaag afscheid nemen hem te sterk gemaakt. Zijn invloed op ons doen en denken is niet gebonden aan tijd. Die kracht reikt verder dan zijn leven, verder dan zijn dood. Laat dat ons een troost zijn. Ik eindig met een gedicht van Hoornik: Toen gebeurde het op een heuvel Waar ik even geslapen had Beneden mij in het zonlicht Lag de baai met de blinkende stad 't Was middag, de wind was gaan liggen Een hunkering trok door mij heen Die me haastig adem deed halen Want zij scheurde me bijna uiteen Op dat ogenblik zag ik de doden Tussen de pijnbomen gaan Ik wist dat wat ze daar droegen Met mij had uit te staan Binnenkort zal ik het weten Hoe het achter die heuvel is Waar pijnbomen in een kring staan En ik even heb uitgerust

15 september 2006

Het bezoek van Nijs, Arie en Danny aan Londen in januari 1985

Eind januari 1985 bezochten Denijs(sr.), Arie en Denijs van den Bos(jr) de Britse hoofdstad. Op vrijdag 25 januari 1985 schreef ik het volgende: Het is vrijdagavond 25 januari 1985. Ik schrijf dit op een kamer in een Londens hotel: het Plaza hotel, Princess Square. Met de Olau-lijn vertrokken we om twaalf uur vanmiddag (Nederlandse tijd) vanuit Vlissingen. Om zeven uur vanavond zijn we in Sheerness aangekomen. Het was toen zes uur Engelse tijd. De tocht over de Noordzee was toch een belevenis-golven werden hoger, windkracht 8 had iemand ons verteld. Vanmorgen stond ik om zes uur op. Rond de klok van half zeven vertrokken dhr. Van Mourik, Opa, Pa en ik naar katwijk, waar de bus al klaarstond. Precies twee minuten over zeven vertrok de bus vanuit Katwijk. We kwamen rond half tien in Vlissingen aan. Daar rond de klok van tien uur door de douane. De enorme boot bekeken. Er was werkelijk van alles: bioscoop, restaurant, cafetaria, zwembad, 8 verdiepingen hoog. Toen de boot eindelijk vertrok om twaalf uur zaten we nog boven. Later zijn we naar beneden gegaan. Daar dronken we wat, ik nam een tonic. Opa at een goulash-soep. Na vier uur 's middags aten we een pepper-steak, heerlijk was dat. De chauffeur kwam bij ons zitten, een Amsterdammer. Morgen gaan we om half tien met de bus door Londen. We zullen dan onder meer de 'Tower' bezoeken.

10 september 2006

Ons bezoek aan Wenen in juli 1983

In juli 1983 hebben we Wenen bezocht. Op donderdag 28 juli 1983 schreef ik in mijn dagboek het volgende: Vandaag zijn we dan eindelijk naar Slot Schonbrunn geweest. Eerst zijn we door de tuin gewandeld, een werkelijk zeer prachtig aangelegde tuin (zie video en boekje) Daarna zijn we iets gaan drinken in het nabij Schonbrunn gelegen cafe-restaurant. We namen cola, mineraalwater enz. Maar we waren er nog niet klaar. We wilden het slot van binnen bekijken en dus kochten we kaartjes. Het was een belevenis de zalen en salons te zien. Zo zagen we onder meer de balzaal, waar men tijdens het Wener Congres in 1815 walste. In 1962, op 21 mei bezocht Koningin Juliana het slot. Na ons bezoek aan het slot brachten we per metro de video terug naar de auto in Ober St. Veit, meen ik. Daar kochten we wat blikjes in een zaakje tegen de dorst. Daarna zijn we per metro naar het hart van Wenen gereden en zagen we de St. Stephansdom. Daar in de buurt boekten we onze Donautour voor morgen. Een boottocht door Oostenrijk, Tsjechoslowakije en Hongarije. Vanmiddag zijn we in het oude stadscentrum van Wenen geweest bij de Stephansdom, de Mariahilferstrasse en de Kartnerstrasse. Later op de dag, tegen kwart voor zes, zijn we toen weer per metro richting onze auto gegaan. Vanavond hebben we weer heerlijk gegeten in Pension Penninger. John nam cevapcici, mama goulash en Pa en ik een Holsteinschnitzel.

8 september 2006

Het hartinfarct van Denijs van den Bos(1918-1988) op 16 april 1981

Op donderdag 16 april 1981 kreeg Denijs van den Bos, echtgenoot van Jansje van den Bos-Schaft, een hartinfarct. Ik schreef die donderdag het volgende in mijn dagboek: Hedenmiddag om 13.00 uur heeft grootvader Denijs van den Bos een hartinfarct gekregen. Om ca. 12.00 uur was hij nog in d estad om verf te kopen; De douchecel zou geverfd worden. Van mevrouw Van den Berg kregen we te horen dat hij na thuis gekomen te zijn de luxaflex omhoog had gedaan en voor de tafel was gaan zitten.Toen hij zich onwel was gaan voelen, is hij naar de familie Van den Berg gegaan. Daar aangekomen vertelde hij dat hij zich niet goed voelde. Dat was ca. 12.30 uur. Oma, die in de tuin bij ons bezig was, werd aan de telefoon geroepen en moest direct naar huis. Samen met mijn vader ging ze naar huis. Inmiddels was dokter Klaassen ook al gebeld en hij constateerde een hartinfarct. Het eigenlijke hartinfarct vond om 13.00 uur plaats. Even is grootvader Denijs van den Bos buiten bewustzijn geweest. Hij vertelde dat hij graag in zijn eigen huis d edokter wenste te ontvangen, maar dat ging niet door. Om 13.30 uur lag hij op de hartbewaking van het Elizabeth Ziekenhuis. Mijn moeder, die geen rust had, belde om ca. 15.00 uur mevrouw Van den Berg op, die het verhaal uit de doeken deed. Ze vertelde dat de eerste drie dagen de meest kritieke dagen zijn. Na verteld te hebben dat hij naar zijn hart greep en op een angstige manier adem haalde, werd het telefonisch onderhoud beeindigd.Even later belde mijn vader, die zei dat de situatie uiterst kritiek was. Oma mocht onder geen beding weg uit het ziekenhuis.

5 september 2006

Zomervakantie 1976 in Slovenie

In de zomer van 1976 zijn we met de bijna voltallige familie naar Portoroz in Slovenie geweest. Op zaterdag 3 juli 1976 vertrokken we; Ik schreef toen het volgende in mijn dagboek: We gingen vanmiddag om 13.00 uur bij tante Betty vandaan. Eenmaal bij de Duitse grens aangekomen, bij het plaatsje Elten, gingen we onze auto even uit. We hoefden onze passen niet te laten zien. We rijden nu in Kassel en het is 18.45 uur. We hebben al 422 km gereden. We gaan nu even een restaurant zoeken. In Oberhausen hebben we getankt. Het is nu 18.50 uur en we zien al aardig wat bergen. We hebben een prachtig uitzicht en het is ongeveer 30 graden Celsius. Johnny drinkt een bekertje seven-up. Het is nu half drie in de nacht en we staan op een parkeerplaats even uit te rusten. In de auto hebben we heel weinig geslapen. Kwart over drie gaan we weer rijden. Dan gaan we richting Munchen.Om kwart voor drie wordt het al weer wat lichter. Zondag 4 juli 1976 We gingen vanochtend om half vier weg. Toen we om zeven uur Oostenrijk binnenkwamen, gingen we eerst nog even naar een Rastplatz. Het was erg mooi in Oostenrijk. Het is nu 11.55 uur en we staan aan de Joegoslavische grens. We gingen over de Wuerzenpas, die was 18 %. Toen de auto's de grens over waren, was Oom Fer aan de beurt. Hij liet zijn pas zien, maar die was een maand verlopen, dus mocht hij de grens niet over. Toen hebben we maar besloten om tante Betty en oom Fer bij de grens te laten en dat wij met tante Trudy door naar Portoroz zouden rijden. Toen we de files achter de rug hadden, stonden we om half vijf bij Koper. Daar stonden Opa en Oom Jan ons op te wachten. We waren om zes uur ongeveer in Portoroz. Ik ben om kwart over zeven naar bed gegaan. Johnny brak een glas.