7 september 2007
De 'seventies' of het ik-tijdperk
Met kerstmis 1979 verscheen een themanummer van de Haagse Post waarin werd stil gestaan bij de geschiedenis van de jaren zeventig. Daar werd voor het eerst gesproken over het ik-tijdperk . De jaren zeventig-jaren die voor mij staan voor een gelukkige periode, een gelukkige kindertijd. Het waren de jaren van de schrootjes en interieurs met veel oranje, bruin en geel. Politiek gezien waren het de jaren waarin door de publicatie van het Rapport van de Club van Rome in 1972 de zorg om het milieu toenam, de mondigheid van de burger centraal kwam te staan en vrouwen en minderheden zich meer en meer begonnen te emanciperen. Tegelijkertijd was er zorg om een teloorgang van normen en waarden in bepaalde kringen en zorg om al te sterke individualisering en drugsgebruik. Het waren de jaren van Toppop en punk, van de oliecrisis en de rede van premier Den Uyl op 1 december 1973 naar aanleiding van diezelfde eerste oliecrisis, veroorzaakt door de reactie van Nederland op de Jom Kippoeroorlog en de steun aan Israel. Mensen kwamen losser van kerk en familie te staan en de samenleving werd steeds diverser. De individualisering sloeg toe na de jaren zestig en de samenleving werd meer en meer gezien als een verzameling zelfstandige individuen met uiteenlopende keuzes. Mensen vielen van hun geloof en werden liberaler. Er kwam ruimte voor ongehuwd moederschap, ongehuwd samenwonen en homosexuele relaties. In sommige kringen werd gesproken over het uiteenvallen van de samenleving." Het themanummer van de Haagse Post uit december 1979 benadrukte nog met name de positieve kanten van het ik-tijdperk, maar daartegenover begon zich een groep mensen af te tekenen die zich zorgen begon te maken over de schaduwzijden ervan, de bandeloosheid en de ontsporingen binnen communes. Dat waren de conservatieve krachten. Aan het eind van deze maand september zijn via het themakanaal geschiedenis op internet programma's uit en over de jaren zeventig te zien en te beluisteren. Gaarne aanbevolen!