1 augustus 2011
De seventies
De jaren zeventig staan voor mij voor een gelukkige periode. Het waren de jaren van mijn lagere schooltijd en de eerste jaren op de middelbare school. Aan die gelukkige tijd kwam een voorlopig einde met de dood van onze grootmoeder Anna Bavelaar-van den Eijkel op 11 juni 1979. De jaren '70- daarover is laatst een symposium georganiseerd. Breukvlak voor de sociaal-democratie. Vormden de seventies de voltooiing van de jaren zestig of waren ze het demasque ervan? Of is het een tijdvak in zijn eigen recht? Enerzijds werden maatschappelijke idealen verwezenlijkt, zo concludeerde men op het symposium. Anderzijds begon juist toen al de opmars van de neoliberale en neoconservatieve politiek. Zo hebben de jaren zeventig zowel een 'links' als een 'rechts' karakter. Dat is ook het mysterie van de jaren zeventig. Er werd afscheid genomen van de verzorgingsstaat en het Keynesiaanse model werd niet langer geschikt bevonden om economische problemen het hoofd te bieden. Den Uyl stond tegenover Van Agt. Het verzuilde systeem had afgedaan. De seventies staan zo enerzijds voor betrokkenheid en streven naar maatschappijverbetering, anderzijds namen individualisering en commercialisering toe. Deze jaren stonden voor maakbaarheid van de samenleving aan de ene kant, anderzijds nam het vertrouwen in de politiek af. De jaren zeventig staan als decennium op zichzelf. Het was geen uitloper van de sixties en evenmin een springplank voor de eighties. Jaren die voor ons in persoonlijk opzicht vreugdevol begonnen met de geboorte van mijn broer Johannes Johnny van den Bos op 1 april 1971 en zo triest eindigden met het overlijden van onze oma. Aan een idealistische tijd kwam toen een einde. De romantische jaren zestig en zeventig waren toen voorbij. Nieuwe zakelijkheid deed zijn intrede in de jaren tachtig. Juliana maakte plaats voor Beatrix.