24 juni 2009

Economische en demografische achteruitgang in 18e eeuws Leiden

In de 18e eeuw was Leiden een stad in achteruitgang, zowel economisch als demografisch. In het laatste kwart van de 17e eeuw telt de stad nog zo'n 70.000 inwoners, terwijl dit midden 18e eeuw nog maar zo'n 37.000 inwoners zijn. Dit had alles te maken met de economische achteruitgang. De stad is in de 18e eeuw ingedeeld in bonnen en gebuurten, een eeuwenoude indeling. Het begrip 'wijk' dateert pas van het begin van de 19e eeuw. Gebuurten vormden de kleinste eenheid en omvatten zo'n 250 tot 300 personen. De demografische neergang is af te lezen aan het gemiddeld aantal bewoners dat in een huis woont. Wonen er in 1581 gemiddeld 4,4 mensen in een huis, in 1622 zijn dit gemiddeld 5,8 mensen. In 1749 is dit afgenomen tot 3,8 mensen om in 1808 weer te stijgen naar 4,4 mensen. Er was rond 1750 veel leegstand in Leiden. Bron: H.A Diederiks e.a., 'Een stad in achteruitgang- Sociaal-historische studies over Leiden in de achttiende eeuw.'