25 november 2011
De bezettingstijd (vervolg)
Vandaag op mijn 48e verjaardag laten we onze grootvader Denijs van den Bos (1918-1988) weer postuum aan het woord over de bezettingsjaren. Hij gaat verder:' Deze mensen gingen per fiets (zonder banden) of per handkar lopen naar Noord-Holland, Overijsel, Gelderland, Drente of men daar voedsel kon kopen met de kans dat wanneer men vlak bij huis was dit werd afgenomen door de zgn. landstormers. Toen de Duitsers nog meer mensen nodig hadden in de Duitse fabrieken (alle Duitsers moesten naar het front) gingen zij over tot razzia's, d.w.z. zij omsingelden een gedeelte of een gehele stad en dreven mannen tussen 18 en 45 jaar uit de woningen of de mannen werden op straat aangehouden. Dan werden zij op transport gesteld. Dikwijls ontvluchtten deze mensen het transport. Wanneer nu het woord razzia viel gingen veel mannen 's avonds slapen in een zgn. schuilhoek, oude pakhuizen bij boeren in de hooiberg en andere vernuftige dingen. Door brandstofgebrek, gas en electriciteit gingen de mensen bomen rooien, spoorbielzen stelen, oude kolen uithakken van locomotieven en andere dingen die verbrand konden worden. Licht werd gemaakt door in een potje olie een katoenpitje te laten drijven en aan te steken. Zo werden de laatste maanden van de bezetting doorgebracht door alleen te leven voor levensbehoud, zwervende of proberen wat eten te bekomen. De prijzen van buiten de bon aangeboden voedsel was hoog, doch geld kon men toch niet uitgeven zodat deze prijzen werden betaald. Toen dan ook de oorlog was afgelopen was er echt feest.'