7 mei 2021
Jansje van den Bos- Schaft in mei 1987 over de zwarthandel in de oorlog
In mei 1987 sprak onze moeder en oma de volgende woorden over de zwarthandel in de oorlog:'Ik weet wel dat ik een stukje zeep kocht voor 35 gulden.Toen was Aad geboren, toen had ik zo,n stukje zeep gekocht voor 35 gulden.Dat was na de bevrijding.Vreselijk.Er werden in de hongerwinter ook veel zwarthandelaren gepakt.Ik woonde natuurlijk samen met Sjaan in de Coornhertstraat en an gingen wij wel eens naar een broer van haar.Die heeft altijd in de zwarte handel gezeten.En dan gingen we met de kinderwagen.En haar man Jan zat in Duitsland en Pa werkte in Apeldoorn.Die kwam maar af en toe eens thuis.Toen gingen we wel eens naar de Heemskerkstraat.Dat is een broer van haar, van Sjaan.En toen bleven we daar zo eens een dagje.Toen kwamen we daar, er zat een Chinees, er zat een Duitser.Twee lui met een bruin leer pak.Twee zwarthandelaren.En toen was zijn vrouw nog eens jarig en toen kwam die Chinees binnen met een pak, toen had hij zo,n dikke paling.Hij had er een lintje omgedaan, een rood lintje.Ik zal het nooit vergeten.En die twee gozers, dat was vader en zoon.Dat waren twee zwarthandelaren, want die hebben niets van de oorlog gemerkt, die zijn doodgeschoten.Ze zijn verraden natuurlijk.'